Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: pivot

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: pivot

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pivot:
  2. pivoter:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor pivot (Frans) in het Nederlands

pivot:

pivot [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pivot (axe; cabestan)
    de spil; de kaapstander
    • spil [de ~] zelfstandig naamwoord
    • kaapstander [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le pivot (central; quintessence; celui du milieu; intérieur; celui du centre)
    middelste; het binnenste
  3. le pivot (noyau; essence)
    het kernpunt
    • kernpunt [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pivot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenste celui du centre; celui du milieu; central; intérieur; pivot; quintessence coeur; noyau
kaapstander axe; cabestan; pivot
kernpunt essence; noyau; pivot
middelste celui du centre; celui du milieu; central; intérieur; pivot; quintessence
spil axe; cabestan; pivot
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
binnenste interne; intérieur; à l'intérieur

Synoniemen voor "pivot":


Wiktionary: pivot

pivot
noun
  1. support de l’axe autour duquel un corps tourner.

pivoter:

pivoter werkwoord (pivote, pivotes, pivotons, pivotez, )

  1. pivoter (tourner; rouler; faire un mouvement de rotation; )
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
  2. pivoter (changer d'avis)
    omzwenken
    • omzwenken werkwoord (zwenk om, zwenkt om, zwenkte om, zwenkten om, omgezwenkt)
  3. pivoter (tourner)
    rondwentelen
    • rondwentelen werkwoord (wentel rond, wentelt rond, wentelde rond, wentelden rond, rondgewenteld)

Conjugations for pivoter:

Présent
  1. pivote
  2. pivotes
  3. pivote
  4. pivotons
  5. pivotez
  6. pivotent
imparfait
  1. pivotais
  2. pivotais
  3. pivotait
  4. pivotions
  5. pivotiez
  6. pivotaient
passé simple
  1. pivotai
  2. pivotas
  3. pivota
  4. pivotâmes
  5. pivotâtes
  6. pivotèrent
futur simple
  1. pivoterai
  2. pivoteras
  3. pivotera
  4. pivoterons
  5. pivoterez
  6. pivoteront
subjonctif présent
  1. que je pivote
  2. que tu pivotes
  3. qu'il pivote
  4. que nous pivotions
  5. que vous pivotiez
  6. qu'ils pivotent
conditionnel présent
  1. pivoterais
  2. pivoterais
  3. pivoterait
  4. pivoterions
  5. pivoteriez
  6. pivoteraient
passé composé
  1. ai pivot
  2. as pivot
  3. a pivot
  4. avons pivot
  5. avez pivot
  6. ont pivot
divers
  1. pivote!
  2. pivotez!
  3. pivotons!
  5. pivot
  6. pivotant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor pivoter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien conversions; rotation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer détourner; faire pivoter; faire tourner; faire virer; intervertir; inverser; pirouetter; retourner; rotation; tourbillonner; tourner; tournoyer; virer
kantelen convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer basculer; chavirer; mettre sur le côté; plonger; renverser; retourner; se renverser; tremper
omzwenken changer d'avis; pivoter
rollen convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer
ronddraaien convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer tourbillonner; tournoyer
rondwentelen pivoter; tourner
roteren convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer
wentelen convertir; faire un mouvement de rotation; graviter autour; pivoter; retourner; rouler; se rouler; tourner; tourner autour de; tournoyer; transformer

Synoniemen voor "pivoter":


Wiktionary: pivoter

pivoter
verb
  1. op een steunpunt in het midden ronddraaien
  2. draaien om een as

Verwante vertalingen van pivot







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0304 seconde
Page rendered in 1.0 seconds