Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- individuel:
-
Wiktionary:
- individuel → individueel
- individuel → individueel
Frans
Uitgebreide vertaling voor individuel (Frans) in het Nederlands
individuel:
-
individuel (particulier)
individueel-
individueel bijvoeglijk naamwoord
-
-
individuel (isolé; indépendant; pavillon)
gescheiden; apart; afzonderlijk; alleenstaand; separaat; op zich; op zichzelf staand; losstaand; vrijstaand-
gescheiden bijvoeglijk naamwoord
-
apart bijvoeglijk naamwoord
-
afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord
-
alleenstaand bijvoeglijk naamwoord
-
separaat bijvoeglijk naamwoord
-
op zich bijvoeglijk naamwoord
-
op zichzelf staand bijvoeglijk naamwoord
-
losstaand bijvoeglijk naamwoord
-
vrijstaand bijvoeglijk naamwoord
-
-
individuel (pour une personne; monoplace)
Vertaal Matrix voor individuel:
Synoniemen voor "individuel":
Wiktionary: individuel
individuel
Cross Translation:
adjective
-
afzonderlijk, op zichzelf
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• individuel | → individueel | ↔ individual — relating to a single person or thing |