Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. concurrent:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. concurrent:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor concurrent (Frans) in het Nederlands

concurrent:

concurrent [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le concurrent (rival)
    de concurrent; de mededinger
  2. le concurrent (rival)
    de rivaal; wedijveraar
  3. le concurrent
    de concurrent

Vertaal Matrix voor concurrent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concurrent concurrent; rival
mededinger concurrent; rival
rivaal concurrent; rival
wedijveraar concurrent; rival

Synoniemen voor "concurrent":


Wiktionary: concurrent

concurrent
noun
  1. Celui, celle qui poursuivre une même chose, et en même temps qu’un autre.
concurrent
noun
  1. een mededinger, een persoon of onderneming ...
  2. iemand die tegenwerkt

Cross Translation:
FromToVia
concurrent concurrent competitor — person against whom one is competing



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor concurrent (Nederlands) in het Frans

concurrent:

concurrent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de concurrent (mededinger)
    le concurrent; le rival
    • concurrent [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rival [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. de concurrent
    le concurrent

Vertaal Matrix voor concurrent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concurrent concurrent; mededinger rivaal; wedijveraar
rival concurrent; mededinger opponent; rivaal; tegenkandidaat; tegenstander; tegenstrever; wedijveraar

Verwante woorden van "concurrent":

  • concurrenten

Wiktionary: concurrent

concurrent
noun
  1. een mededinger, een persoon of onderneming ...
concurrent
noun
  1. Celui, celle qui poursuivre une même chose, et en même temps qu’un autre.

Cross Translation:
FromToVia
concurrent compétiteur; compétitrice; concurrent competitor — person against whom one is competing