Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: éclairer

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: éclairer

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. eclairer:
  2. éclairer:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor éclairer (Frans) in het Nederlands

eclairer:

eclairer werkwoord

  1. eclairer (essayer de tirer le problème au clair)
    licht schijnen op

Vertaal Matrix voor eclairer:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
licht schijnen op eclairer; essayer de tirer le problème au clair

éclairer:

éclairer werkwoord (éclaire, éclaires, éclairons, éclairez, )

  1. éclairer (mettre en lumière; éclaircir; irradier)
    verlichten; beschijnen
    • verlichten werkwoord (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)
    • beschijnen werkwoord (beschijn, beschijnt, bescheen, beschenen, beschenen)
  2. éclairer (explorer; reconnaître; prospecter; examiner; fouiller)
    verkennen; onderzoeken; aftasten
    • verkennen werkwoord (verken, verkent, verkende, verkenden, verkend)
    • onderzoeken werkwoord (onderzoek, onderzoekt, onderzocht, onderzochten, onderzocht)
    • aftasten werkwoord (tast af, tastte af, tastten af, afgetast)
  3. éclairer (mettre en lumière; éclaircir; clarifier)
    belichten; met licht beschijnen
  4. éclairer (donner de la lumière à)
    bijlichten
  5. éclairer (mettre en lumière; illuminer)
    belichten; licht laten vallen op

Conjugations for éclairer:

Présent
  1. éclaire
  2. éclaires
  3. éclaire
  4. éclairons
  5. éclairez
  6. éclairent
imparfait
  1. éclairais
  2. éclairais
  3. éclairait
  4. éclairions
  5. éclairiez
  6. éclairaient
passé simple
  1. éclairai
  2. éclairas
  3. éclaira
  4. éclairâmes
  5. éclairâtes
  6. éclairèrent
futur simple
  1. éclairerai
  2. éclaireras
  3. éclairera
  4. éclairerons
  5. éclairerez
  6. éclaireront
subjonctif présent
  1. que j'éclaire
  2. que tu éclaires
  3. qu'il éclaire
  4. que nous éclairions
  5. que vous éclairiez
  6. qu'ils éclairent
conditionnel présent
  1. éclairerais
  2. éclairerais
  3. éclairerait
  4. éclairerions
  5. éclaireriez
  6. éclaireraient
passé composé
  1. ai éclairé
  2. as éclairé
  3. a éclairé
  4. avons éclairé
  5. avez éclairé
  6. ont éclairé
divers
  1. éclaire!
  2. éclairez!
  3. éclairons!
  5. éclairé
  6. éclairant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor éclairer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten fouiller; tâter; tâtonner
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aftasten examiner; explorer; fouiller; prospecter; reconnaître; éclairer explorer; fouiller; reconnaître; sonder
belichten clarifier; illuminer; mettre en lumière; éclaircir; éclairer commenter; expliquer; exposer; éclaircir
beschijnen irradier; mettre en lumière; éclaircir; éclairer
bijlichten donner de la lumière à; éclairer
licht laten vallen op illuminer; mettre en lumière; éclairer
met licht beschijnen clarifier; mettre en lumière; éclaircir; éclairer
onderzoeken examiner; explorer; fouiller; prospecter; reconnaître; éclairer chercher; essayer; examiner; faire des recherches; faire passer un examen; faire subir un test; faire une inspection de; inspecter; mettre à l'épreuve; ouvrir une enquête; passer en revue; rechercher; rechercher qc; soumettre à un test; soumettre à une inspection; tester; vérifier; éprouver; étudier
verkennen examiner; explorer; fouiller; prospecter; reconnaître; éclairer
verlichten irradier; mettre en lumière; éclaircir; éclairer adoucir; atténuer; modérer; radoucir; reduire le poids; soulager

Synoniemen voor "éclairer":


Wiktionary: éclairer

éclairer
verb
  1. apporter de la lumière dans un endroit sombre.
éclairer
verb
  1. licht laten schijnen op de handen van iemand die ergens mee bezig is
  2. van licht voorzien







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0356 seconde
Page rendered in 1.0 seconds