Ordonnance: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

ordonnance:
- hiërarchie; rangorde; volgorde; rang; verordening; decreet; afkondiging; uitvaardiging; beschikking
Wiktionary:
- ordonnance → ordening, beschikking, recept, oppasser, ordonnantie, verordening, voorschrift
- ordonnance → voorschrift, recept

Frans

Uitgebreide vertaling voor ordonnance (Frans) in het Nederlands

l'ordonnance (ordre de préséance; hiérarchie; ordre; mise en ordre; arrangement; classement; position; échelon; échelle; gradation; niveau; titre; rang; degré; grade)
de hiërarchie; de rangorde; de volgorde; de rang
- hiërarchie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- rangorde [de ~] zelfstandig naamwoord
- volgorde [de ~] zelfstandig naamwoord
- rang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'ordonnance (règlement)
de verordening
- verordening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'ordonnance (décret; arrêté; proclamation)
de decreet; de afkondiging; de uitvaardiging
- decreet [de ~] zelfstandig naamwoord
- afkondiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitvaardiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'ordonnance
de beschikking
- beschikking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkondiging	arrêté; décret; ordonnance; proclamation	annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication; révélation
beschikking	ordonnance	disponibilité; disposition
decreet	arrêté; décret; ordonnance; proclamation	décret
hiërarchie	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	hiérarchie
rang	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	classe; classe sociale; grade; groupe social; ordre; position; rang; sorte; échelon
rangorde	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon	grade; ordre; position; rang; échelon
uitvaardiging	arrêté; décret; ordonnance; proclamation
verordening	ordonnance; règlement	règlement
volgorde	arrangement; classement; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; rang; titre; échelle; échelon

ordonnance

noun

Disposition des choses selon l’ordre, la convenance.
- ordonnance → ordening
Prescription, règlement fait par une ou plusieurs personnes qui ont droit et pouvoir de le faire.
- ordonnance → beschikking
Prescription d’un médecin.
- ordonnance → recept
Soldat attaché à la personne d’un officier.
- ordonnance → oppasser

ordonnance

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• ordonnance	→ voorschrift; recept	↔ prescription — written order for the administration of a medicine