Faire part: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

faire-part:
- aankondiging; bericht; melding; kennisneming; toelichting; statement; mededeling; verklaring; declaratie; bevestiging; aangifte; bewering; opheldering; uitlegging; informeren; aankondigen; kennisgeving; kennisgeven; aanzeggen; konde doen; rouwkaart; convocatie; oproeping; bekendmaking; proclamatie; afkondiging; verkondiging; informatie; verwittiging
faire part à:
- berichten; iets melden
Wiktionary:
- faire part → aankondiging

Frans

Uitgebreide vertaling voor faire part (Frans) in het Nederlands

faire-part:

faire-part [le ~] zelfstandig naamwoord

le faire-part (nouvelle; message; annonce; communication; mention; avis)
de aankondiging; het bericht; de melding
- aankondiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bericht [het ~] zelfstandig naamwoord
- melding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faire-part (communication; avis)
de kennisneming
- kennisneming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faire-part (annonce; communication)
de toelichting; het statement; de mededeling; de verklaring; de declaratie; de bevestiging; de aangifte; de bewering; de opheldering; de uitlegging
- toelichting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- statement [het ~] zelfstandig naamwoord
- mededeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verklaring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- declaratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bevestiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aangifte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bewering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opheldering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- uitlegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faire-part (annonce; communication)
informeren; aankondigen; de kennisgeving; kennisgeven; aanzeggen; konde doen
- informeren [znw.] zelfstandig naamwoord
- aankondigen [znw.] zelfstandig naamwoord
- kennisgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kennisgeven [znw.] zelfstandig naamwoord
- aanzeggen [znw.] zelfstandig naamwoord
- konde doen [znw.] zelfstandig naamwoord
le faire-part
de rouwkaart
- rouwkaart [de ~] zelfstandig naamwoord
le faire-part (appel; convocation; notification; communication; avis; citation)
de convocatie; de oproeping
- convocatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- oproeping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faire-part (proclamation; annonce; promulgation; publication; notification; parution publique; décret)
de bekendmaking; de proclamatie; de melding; de aankondiging; de kennisgeving; de afkondiging; de verkondiging; de mededeling
- bekendmaking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- proclamatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- melding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aankondiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kennisgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afkondiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verkondiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mededeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le faire-part (mise au courant; avertissement; renseignement; communication; avis; appel)
de informatie; de kennisgeving; de convocatie; de mededeling; de verwittiging
- informatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kennisgeving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- convocatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- mededeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwittiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor faire-part:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangifte	annonce; communication; faire-part	attestation; déclaration; dénonciation; déposition; présentation
aankondigen	annonce; communication; faire-part	annonce; annotation; mention; notification; rapport
aankondiging	annonce; avis; communication; décret; faire-part; mention; message; notification; nouvelle; parution publique; proclamation; promulgation; publication	annonce; annonce publicitaire; publication
aanzeggen	annonce; communication; faire-part	convoquer; notificer; sommer
afkondiging	annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication	annonce; arrêté; décret; ordonnance; proclamation; promulgation; publication; révélation
bekendmaking	annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication	affichage; annonce; appel; avis; communication; décret; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; proclamation; promulgation; publication; renvoi; révélation
bericht	annonce; avis; communication; faire-part; mention; message; nouvelle	annonce; appel; article; avis; bulletin mensuel; communication; compte rendu; document; envoi; exposé; feuille mensuelle; hebdomadaire; information; magazine; magazine mensuel; mention; message; notice; nouvelle; présentation; publication; périodique; rapport; renvoi; revue
bevestiging	annonce; communication; faire-part	ACK; accusé de réception; affirmation; ajuster; attache; confirmation; consolidation; fixation; fixer; installation
bewering	annonce; communication; faire-part	affirmation; allégation; assertion; attitude; avis; opinion; opinions; optique; point de vue; position; prise de position; supposition
convocatie	appel; avertissement; avis; citation; communication; convocation; faire-part; mise au courant; notification; renseignement	avis; communication
declaratie	annonce; communication; faire-part	attestation; déclaration; dénonciation; déposition; note de frais; présentation
informatie	appel; avertissement; avis; communication; faire-part; mise au courant; renseignement	explication; information; informations; renseignement; renseignements; transfert d'informations; transfert de connaissances; éclaircie; éclaircissement
informeren	annonce; communication; faire-part	information; informations
kennisgeven	annonce; communication; faire-part
kennisgeving	annonce; appel; avertissement; avis; communication; décret; faire-part; mise au courant; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication; renseignement	avis; communication; convocation; déclaration; dénonciation; exploit d'huissier; information préalable; notification; sommation
kennisneming	avis; communication; faire-part
konde doen	annonce; communication; faire-part
mededeling	annonce; appel; avertissement; avis; communication; décret; faire-part; mise au courant; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication; renseignement	annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi
melding	annonce; avis; communication; décret; faire-part; mention; message; notification; nouvelle; parution publique; proclamation; promulgation; publication	alerte; annonce; appel; attestation; avis; communication; déclaration; dénonciation; déposition; envoi; information; mention; message; notice; notification; nouvelle; présentation; publication; renvoi
opheldering	annonce; communication; faire-part	éclaircissement
oproeping	appel; avis; citation; communication; convocation; faire-part; notification
proclamatie	annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication	annonce; décret; proclamation; promulgation; publication; révélation
rouwkaart	faire-part
statement	annonce; communication; faire-part
toelichting	annonce; communication; faire-part	annexe; commentaire; pièce jointe; supplément; éclaircissement
uitlegging	annonce; communication; faire-part	diffusion; distribution; expansion; propagation; publication; étendue
verklaring	annonce; communication; faire-part	attestation; commentaire; déclaration; dénonciation; déposition; explication; notation; note; procès-verbal; présentation; témoignage; éclaircissement
verkondiging	annonce; décret; faire-part; notification; parution publique; proclamation; promulgation; publication
verwittiging	appel; avertissement; avis; communication; faire-part; mise au courant; renseignement	annonce; appel; avis; communication; envoi; information; mention; message; notice; nouvelle; publication; renvoi
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aankondigen		annoncer; faire part de
aanzeggen		convoquer; notifier; sommer
informeren		annoncer; communiquer; couvrir; déclarer; faire connaître; faire le compte rendu de; faire savoir; inquiéter; mettre au courant de; mettre en garde contre; notifier; porter à la connaissance de; publier; raconter; rapporter; relater; rendre compte; renseigner; s'annoncer; s'informer; s'informer de; se renseigner
konde doen		convoquer; notifier; sommer

Synoniemen voor "faire-part":

communiqué; avis; préavis; avertissement; annonce; note; bulletin; renseignement; inoculé; publié

faire part à:

faire part à werkwoord

faire part à (informer de; rapporter; faire savoir; communiquer; prévenir; renseigner; annoncer; instruire; mettre au courant; se renseigner; faire connaître; mettre au courant de; s'informer de)
berichten; iets melden
- berichten werkwoord (bericht, berichtte, berichtten, bericht)
- iets melden werkwoord

Vertaal Matrix voor faire part à:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berichten		messagerie; messages
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
berichten	annoncer; communiquer; faire connaître; faire part à; faire savoir; informer de; instruire; mettre au courant; mettre au courant de; prévenir; rapporter; renseigner; s'informer de; se renseigner	annoncer; communiquer; couvrir; déclarer; faire connaître; faire le compte rendu de; faire savoir; raconter; rapporter; relater; rendre compte
iets melden	annoncer; communiquer; faire connaître; faire part à; faire savoir; informer de; instruire; mettre au courant; mettre au courant de; prévenir; rapporter; renseigner; s'informer de; se renseigner

Wiktionary: faire part

faire part

noun

bekendmaking
- aankondiging → annonce; faire part

Verwante vertalingen van faire part

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor faire part (Nederlands) in het Frans

faire part: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

Verwante vertalingen van faire part

fair
part

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: faire part

Uitgebreide vertaling voor faire part (Frans) in het Nederlands

faire-part:

faire-part [le ~] zelfstandig naamwoord

le faire-part (nouvelle; message; annonce; communication; mention; avis)

le faire-part (communication; avis)

le faire-part (annonce; communication)

le faire-part (annonce; communication)

le faire-part

le faire-part (appel; convocation; notification; communication; avis; citation)

le faire-part (proclamation; annonce; promulgation; publication; notification; parution publique; décret)

le faire-part (mise au courant; avertissement; renseignement; communication; avis; appel)

Vertaal Matrix voor faire-part:

Synoniemen voor "faire-part":

faire part à:

faire part à werkwoord

faire part à (informer de; rapporter; faire savoir; communiquer; prévenir; renseigner; annoncer; instruire; mettre au courant; se renseigner; faire connaître; mettre au courant de; s'informer de)

Vertaal Matrix voor faire part à:

Wiktionary: faire part

Verwante vertalingen van faire part

Uitgebreide vertaling voor faire part (Nederlands) in het Frans

faire part: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Verwante vertalingen van faire part

faire part: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}