Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: comble

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: comble

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. comble:
  2. comblé:
  3. combler:
  4. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor comble (Frans) in het Nederlands

comble:

comble bijvoeglijk naamwoord

  1. comble (bourré; plein; fourré; rempli; rembourré)
    vol; gevuld
    • vol bijvoeglijk naamwoord
    • gevuld bijvoeglijk naamwoord
  2. comble (pleinement; à profusion; copieusement; )
    boordevol; volop
  3. comble (bourré; bondé; surchargé; )
    overvol; tjokvol; stampvol; propvol; knalvol
  4. comble (bourré; plein; rembourré; )
    opgevuld; volgestopt
  5. comble (bourré de; surchargé; plein à déborder)
    opgepropt

comble [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le comble (poutre)
    het spant; dakspant
    • spant [het ~] zelfstandig naamwoord
    • dakspant [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. le comble (poutre)
    dakbint
    • dakbint [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. le comble (sommet; summum)
    de top; de piek; het summum; het hoogtepunt; het toppunt
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • summum [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le comble (apogée; moment suprême; point culminant; )
    het hoogtepunt; het zenit; het toppunt; de piek; de top
    • hoogtepunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zenit [het ~] zelfstandig naamwoord
    • toppunt [het ~] zelfstandig naamwoord
    • piek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • top [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le comble (ferme)
    de dakstoel
    • dakstoel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le comble (point culminant; sommet; pointe; )
    de culminatie

Vertaal Matrix voor comble:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
culminatie apogée; comble; culmination; moment suprême; point culminant; pointe; sommet
dakbint comble; poutre
dakspant comble; poutre
dakstoel comble; ferme
hoogtepunt apogée; comble; faîte; moment suprême; point culminant; sommet; summum; zénith apogée; moment suprême; point culminant; zénith
piek apogée; comble; faîte; moment suprême; point culminant; sommet; summum; zénith cime; décoration de Noël; florin; heure d'affluence; heure de pointe; pic; point culminant; pointe; sommet
spant comble; poutre
summum comble; sommet; summum
top apogée; comble; faîte; moment suprême; point culminant; sommet; summum; zénith arète; cime; faîte; haut; heure d'affluence; heure de pointe; partie supérieure; pic; point culminant; pointe; sommet; tuile
toppunt apogée; comble; faîte; moment suprême; point culminant; sommet; summum; zénith
zenit apogée; comble; faîte; moment suprême; point culminant; sommet; summum; zénith zénith
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boordevol comble; copieusement; en abondance; pleinement; rempli à ras bords; à gogo; à profusion
gevuld bourré; comble; fourré; plein; rembourré; rempli
opgepropt bourré de; comble; plein à déborder; surchargé
overvol bondé; bourré; bourré de; comble; plein comme un oeuf; plein à craquer; surchargé
propvol bondé; bourré; bourré de; comble; plein comme un oeuf; plein à craquer; surchargé
stampvol bondé; bourré; bourré de; comble; plein comme un oeuf; plein à craquer; surchargé
tjokvol bondé; bourré; bourré de; comble; plein comme un oeuf; plein à craquer; surchargé
vol bourré; comble; fourré; plein; rembourré; rempli aux combles; bourré; mangé à satiété; rassasié; repu; saturé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
volop comble; copieusement; en abondance; pleinement; rempli à ras bords; à gogo; à profusion
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knalvol bondé; bourré; bourré de; comble; plein comme un oeuf; plein à craquer; surchargé
opgevuld bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli
top au poil; de premier choix; de premier ordre; de premier rang; de première classe; en haut; excellent; impeccable; supérieur
volgestopt bourré; comble; farci; fourré; plein; rembourré; rempli

Synoniemen voor "comble":


Wiktionary: comble

Cross Translation:
FromToVia
• comble → topper ↔ Spitze — übertragen: Höhepunkt

comblé:

comblé bijvoeglijk naamwoord

  1. comblé (fait le plein; rempli)
    volgegooid

Vertaal Matrix voor comblé:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
volgegooid comblé; fait le plein; rempli

Synoniemen voor "comblé":


comble vorm van combler:

combler werkwoord (comble, combles, comblons, comblez, )

  1. combler (remplir; emplir)
    vullen; volgooien; volgieten
    • vullen werkwoord (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • volgooien werkwoord (gooi vol, gooit vol, gooide vol, gooiden vol, volgegooid)
    • volgieten werkwoord (giet vol, goot vol, goten vol, vol gegoten)
  2. combler (mettre plein de)
    volzetten
  3. combler (remplir; bourrer)
    vullen; volplempen; volmaken; volstorten
    • vullen werkwoord (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • volplempen werkwoord
    • volmaken werkwoord (volmaak, volmaakt, volmaakte, volmaakten, volmaakt)
    • volstorten werkwoord (stort vol, stortte vol, stortten vol, volgestort)

Conjugations for combler:

Présent
  1. comble
  2. combles
  3. comble
  4. comblons
  5. comblez
  6. comblent
imparfait
  1. comblais
  2. comblais
  3. comblait
  4. comblions
  5. combliez
  6. comblaient
passé simple
  1. comblai
  2. comblas
  3. combla
  4. comblâmes
  5. comblâtes
  6. comblèrent
futur simple
  1. comblerai
  2. combleras
  3. comblera
  4. comblerons
  5. comblerez
  6. combleront
subjonctif présent
  1. que je comble
  2. que tu combles
  3. qu'il comble
  4. que nous comblions
  5. que vous combliez
  6. qu'ils comblent
conditionnel présent
  1. comblerais
  2. comblerais
  3. comblerait
  4. comblerions
  5. combleriez
  6. combleraient
passé composé
  1. ai comblé
  2. as comblé
  3. a comblé
  4. avons comblé
  5. avez comblé
  6. ont comblé
divers
  1. comble!
  2. comblez!
  3. comblons!
  5. comblé
  6. comblant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

combler [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le combler (tasser; damer)
    aanplempen

Vertaal Matrix voor combler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanplempen combler; damer; tasser
volplempen bourrage; remplissage
volstorten paiement complet
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
volgieten combler; emplir; remplir
volgooien combler; emplir; remplir
volmaken bourrer; combler; remplir accomplir; achever; compléter; compléter quelque chose; conclure; effectuer; en finir; exécuter; faire; finir; mettre au point; mettre fin à; parachever; parfaire; prendre fin; réussir à achever; s'achever; s'acquitter de; se terminer; supprimer; terminer
volplempen bourrer; combler; remplir
volstorten bourrer; combler; remplir
volzetten combler; mettre plein de
vullen bourrer; combler; emplir; remplir ajouter; bourrer; charger; emplir; farcir; gonfler; obturer; plomber; remplir; suppléer

Synoniemen voor "combler":


Wiktionary: combler

combler
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
combler
verb
  1. dichtgooien met grond of ander vast materiaal
Cross Translation:
FromToVia
• combler → invullen ↔ fill — install someone or be installed in

Verwante vertalingen van comble







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0820 seconde
Page rendered in 1.0 seconds