Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tarif:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor tarif (Frans) in het Nederlands

tarif:

tarif [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tarif
    het tarief
    • tarief [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tarif (offre; indication des prix; estimation)
    de offerte; de prijsopgave

Vertaal Matrix voor tarif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
offerte estimation; indication des prix; offre; tarif devis; offre; proposition; proposition de prix
prijsopgave estimation; indication des prix; offre; tarif devis; proposition de prix
tarief tarif

Synoniemen voor "tarif":


Wiktionary: tarif

tarif
noun
  1. commerce|fr tableau qui marque le prix de certaines denrées, les droits d’entrée, de sortie, de passage
tarif
noun
  1. een vastgesteld bedrag per eenheid

Cross Translation:
FromToVia
tarif veerloon; veergeld; vervoersprijs fare — money paid for a transport ticket

Verwante vertalingen van tarif