Pile: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

pile:
- accumulator; batterij; accu; accumulatie; opeenhoping; stapel; ophoping; hoop; opeenstapeling; verzameling; sortering; massa; stel; selectie; opstapeling; stapels; hopen; stack
Wiktionary:
- pile → cel, element, stapel
- pile → batterij, hoop, pijler, stapel, zuil, pilaar, munt

Frans

Uitgebreide vertaling voor pile (Frans) in het Nederlands

pile:

pile [la ~] zelfstandig naamwoord

la pile (accu; batterie; accumulateur)
de accumulator; de batterij; de accu
- accumulator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- batterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- accu [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la pile (entassement; accumulation; tas; cumul; ramas; masse; quantité; rassemblement; assemblage)
de accumulatie; de opeenhoping; de stapel; de ophoping; de hoop; de opeenstapeling
- accumulatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opeenhoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stapel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- ophoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opeenstapeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pile (cumul; accumulation; collection; entassement)
de verzameling; de accumulatie; de opeenhoping; de sortering; de massa; het stel; de selectie; de ophoping
- verzameling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- accumulatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opeenhoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- sortering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- massa [de ~] zelfstandig naamwoord
- stel [het ~] zelfstandig naamwoord
- selectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ophoping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pile (entassement; montagne; tas; monceau; amoncellement)
de hoop; de stapel; de opeenstapeling; de opstapeling
- hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- stapel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- opeenstapeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opstapeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la pile (tas; entassements)
de stapels; de hopen
- stapels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- hopen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
la pile
stack
- stack
la pile
de stapel
- stapel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la pile (batterie)
de accu
- accu [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pile:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accu	accu; accumulateur; batterie; pile
accumulatie	accumulation; assemblage; collection; cumul; entassement; masse; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas	accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe
accumulator	accu; accumulateur; batterie; pile	accumulateur
batterij	accu; accumulateur; batterie; pile
hoop	accumulation; amoncellement; assemblage; cumul; entassement; masse; monceau; montagne; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas	abondance; accumulation; amas; anticipation; attente; attroupement; bande; clique; crotte; cumul; des tas de gens; encombrement; entassement; espoir; espérance; excréments; foule; grand nombre de personnes; grande quantité; grande quantité de personnes; horde; masse; merde; meute; monceau; montagne; motte; multitude; multitude de gens; perspective; profusion; rassemblement; tas; troupe; étron
hopen	entassements; pile; tas
massa	accumulation; collection; cumul; entassement; pile	abondance; affluence; amas; cohue; des tas de gens; foule; grand nombre de gens; grand nombre de personnes; grande quantité; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; monde; multitude; multitude de gens; profusion; tas; troupe
opeenhoping	accumulation; assemblage; collection; cumul; entassement; masse; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas	agglomération; cité; conglomérat; cumul; encombrement; entassement
opeenstapeling	accumulation; amoncellement; assemblage; cumul; entassement; masse; monceau; montagne; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas
ophoping	accumulation; assemblage; collection; cumul; entassement; masse; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas
opstapeling	amoncellement; entassement; monceau; montagne; pile; tas
selectie	accumulation; collection; cumul; entassement; pile	anthologie; assortiment; choix; florilège; morceaux choisis; recueil de morceaux choisis; sélection; élection
sortering	accumulation; collection; cumul; entassement; pile	assortiment; choix; classement; sélection; éventail
stapel	accumulation; amoncellement; assemblage; cumul; entassement; masse; monceau; montagne; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas	jeu
stapels	entassements; pile; tas
stel	accumulation; collection; cumul; entassement; pile	bande; brelan; brochette; couple; deux; ensemble; groupe paire; paire
verzameling	accumulation; collection; cumul; entassement; pile	collection; compilation; recueil
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hopen		accumuler; amasser; amonceler; aspirer; avoir envie de; convoiter; cumuler; désirer; empiler; entasser; espérer; languir; souhaiter; soupirer; soupirer après; superposer
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stack	pile

Synoniemen voor "pile":

amas; tas; monceau; amoncellement; ramassis; agrégat; accumulation; masse; collection; agglomérat; entassement; agglomération; assemblage; rassemblement; encombrement; chantier; capharnaüm; envers; pour; avec; dos; verso; revers; derrière; liasse

Wiktionary: pile

pile

noun

Superposition verticale d’objets
- pile → cel; element

pile

noun

een gestructureerde hoop spullen
- stapel → monceau; tas; pile

Cross Translation:

From	To	Via
• pile	→ batterij	↔ battery — device producing electricity
• pile	→ batterij	↔ cell — component of an electrical battery
• pile	→ hoop	↔ heap — pile
• pile	→ pijler	↔ pier — structure supporting the junction between two spans of a bridge
• pile	→ stapel	↔ pile — heap
• pile	→ pijler; zuil; pilaar	↔ pillar — large post, often used as supporting architecture
• pile	→ stapel	↔ stack — a pile of identical objects
• pile	→ munt	↔ tail — reverse side of a coin
• pile	→ batterij	↔ Batterie — Elektrotechnik: ein Energiespeicher und eine Stromquelle, die auf der Umwandlung von chemischer in elektrische Energie basiert

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: pile

Uitgebreide vertaling voor pile (Frans) in het Nederlands

pile:

pile [la ~] zelfstandig naamwoord

la pile (accu; batterie; accumulateur)

la pile (entassement; accumulation; tas; cumul; ramas; masse; quantité; rassemblement; assemblage)

la pile (cumul; accumulation; collection; entassement)

la pile (entassement; montagne; tas; monceau; amoncellement)

la pile (tas; entassements)

la pile

la pile

la pile (batterie)

Vertaal Matrix voor pile:

Synoniemen voor "pile":

Wiktionary: pile

pilée:

Synoniemen voor "pilée":

Verwante vertalingen van pile