Carcasse: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

carcasse:
- raamwerk; frame; geraamte; skelet; karkas; chassis; bottenbouw; knekelman
Wiktionary:
- carcasse → karkas, geraamte, skelet, gestel, chassis
- carcasse → karkas, aas, kreng, kadaver

Frans

Uitgebreide vertaling voor carcasse (Frans) in het Nederlands

la carcasse (cadre; châssis; charpente; squelette)
het raamwerk; het frame; het geraamte; het skelet
- raamwerk [het ~] zelfstandig naamwoord
- frame [het ~] zelfstandig naamwoord
- geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
- skelet [het ~] zelfstandig naamwoord
la carcasse (squelette; châssis; charpente)
het geraamte; de karkas
- geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
- karkas [de ~] zelfstandig naamwoord
la carcasse (squelette; châssis; cadre; charpente; encadrement; cadres; l'ossature)
de chassis; het geraamte
- chassis [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- geraamte [het ~] zelfstandig naamwoord
la carcasse (système osseux; ossature; charpente; squelette; ensemble des os)
het skelet; bottenbouw
- skelet [het ~] zelfstandig naamwoord
- bottenbouw [znw.] zelfstandig naamwoord
la carcasse (homme maigre comme une squelette; squelette)
knekelman
- knekelman [znw.] zelfstandig naamwoord
la carcasse
de karkas
- karkas [de ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bottenbouw	carcasse; charpente; ensemble des os; ossature; squelette; système osseux
chassis	cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette	base; châssis; pied; support
frame	cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette	cadre; image; trame
geraamte	cadre; cadres; carcasse; charpente; châssis; encadrement; l'ossature; squelette
karkas	carcasse; charpente; châssis; squelette
knekelman	carcasse; homme maigre comme une squelette; squelette
raamwerk	cadre; carcasse; charpente; châssis; squelette
skelet	cadre; carcasse; charpente; châssis; ensemble des os; ossature; squelette; système osseux	squelette

carcasse

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• carcasse	→ karkas; aas; kreng; kadaver	↔ carcass — dead animal