Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
bienveillance:
- bereidheid; bereidwilligheid; welwillendheid; clementie; compassie; goedertierenheid; mildheid; gastvrijheid; hartelijkheid; gereedheid; paraatheid; toegevendheid; goedheid; goedwilligheid; gratie; goedgunstigheid; consideratie; inschikkelijkheid; toegeeflijkheid; goedaardigheid; goedigheid; goedmoedigheid; gunstige gezindheid; voorkomendheid; gedienstige handeling; dienst; gedienstigheid; vriendschappelijkheid
-
Wiktionary:
- bienveillance → goedhartigheid, goedheid, genegenheid
- bienveillance → welwillendheid, gunst
Frans
Uitgebreide vertaling voor bienveillance (Frans) in het Nederlands
bienveillance:
-
la bienveillance (bonne volonté; promptitude)
-
la bienveillance (clémence; indulgence; largesse; bonté; tolérance; douceur; générosité; libéralisme)
-
la bienveillance (hospitalité; gentillesse; amabilité; cordialité; jovialité; bonté)
-
la bienveillance (promptitude)
-
la bienveillance (clémence; indulgence; douceur; bonté; générosité; tolérance; largesse; libéralisme)
-
la bienveillance (bonté; générosité; indulgence; clémence; largesse)
-
la bienveillance (bonnes intentions)
-
la bienveillance (grâce; bienfaisance; charité; faveurs; bonnes dispositions; bonnes grâces; oeuvres de charité)
-
la bienveillance (indulgence; tolérance; clémence)
-
la bienveillance (gentillesse; tendresse; bénignité; bonté; amabilité; bonhomie)
-
la bienveillance (bonhomie; bonté)
de goedigheid -
la bienveillance (bonhomie; bonté; générosité; jovialité)
-
la bienveillance (affabilité; cordialité; complaisance; amitié; bonté; amabilité; obligeance)
-
la bienveillance (complaisance; obligeance; modicité; humilité; serviabilité; retenue; prévenance; discrétion; modestie)
-
la bienveillance (amabilité; amitié; affabilité)
Vertaal Matrix voor bienveillance:
Synoniemen voor "bienveillance":
Wiktionary: bienveillance
bienveillance
Cross Translation:
noun
bienveillance
-
disposition affective d’une volonté qui viser le bien et le bonheur d’autrui.
- bienveillance → goedhartigheid; goedheid
noun
-
het gesteld zijn op iemand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bienveillance | → welwillendheid | ↔ benevolence — disposition to do good |
• bienveillance | → gunst | ↔ Gunst — die Bevorzugung, das Wohlwollen, die Gewogenheit |