Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. autour:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor autour (Frans) in het Nederlands

autour:

autour bijvoeglijk naamwoord

  1. autour (à peu près)
    ongeveer; omtrent
  2. autour (autour de; tout autour; aux alentours de)
    rondom; omheen

autour [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'autour
    de havik
    • havik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor autour:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
havik autour
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omheen autour; autour de; aux alentours de; tout autour
ongeveer autour; à peu près environ; globulaire; grossièrement; plus ou moins; sphérique; vers; à peu près
rondom autour; autour de; aux alentours de; tout autour
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
omtrent autour; à peu près au sujet de; concernant; pour ce qui est de; quant à; touchant; à propos de

Synoniemen voor "autour":


Wiktionary: autour

autour
noun
  1. Oiseau de proie de l’ordre des Falconiformes
autour
noun
  1. Acipiter gentilis, een roofvogel die op kleine zoogdieren en vogels jaagt

Cross Translation:
FromToVia
autour om; rond about — around
autour om; rond; rondom around — defining a circle or closed curve containing
autour omheen; om; langs around — following a path
autour havik goshawk — bird of prey

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van autour