Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: semaine

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: semaine

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

semaine:
- week
Wiktionary:
- semaine → week
- semaine → week

Frans

Uitgebreide vertaling voor semaine (Frans) in het Nederlands

semaine:

semaine [la ~] zelfstandig naamwoord

la semaine
de week
– periode van zeven dagen ¹
- week [de ~] zelfstandig naamwoord
  - we gaan een week op vakantie¹

Vertaal Matrix voor semaine:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
week	semaine
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
week		efféminé; mol; mou

Wiktionary: semaine

semaine

noun

séquence constituée des sept jours : lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche.
- semaine → week

semaine

noun

tijdseenheid van 7 dagen
- week → semaine

Cross Translation:

From	To	Via
• semaine	→ week	↔ Woche — 7-tägiges Zeitmaß
• semaine	→ week	↔ week — period of seven days

Verwante vertalingen van semaine

¹Muiswerk Woordenboek