Frans
Uitgebreide vertaling voor ravi (Frans) in het Nederlands
ravi:
-
ravi (réjoui; heureux; content; joyeux; enchanté; gai; réjouissant; joyeusement; de bonne humeur; enjoué; avec enjouement; avec joie; transporté de joie; satisfait)
-
ravi (heureusement; heureux; satisfait; béat)
gelukkig; geluk genietend; dolgelukkig-
gelukkig bijvoeglijk naamwoord
-
geluk genietend bijvoeglijk naamwoord
-
dolgelukkig bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravi (gai; joyeux; heureux; de bonne humeur; joyeusement; enjoué; content; enchanté; avec joie; satisfait; réjouissant; avec sérénité; transporté de joie; réjoui; avec enjouement)
vrolijk; blij; opgewekt; blijmoedig; opgetogen; blijgestemd-
vrolijk bijvoeglijk naamwoord
-
blij bijvoeglijk naamwoord
-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
blijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
opgetogen bijvoeglijk naamwoord
-
blijgestemd bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravi (de bonne humeur; pétulant; plein de joie; vif; joyeuse; turbulent; enjoué; joyeux; très gai; vivement; avec vivacité; transporté de joie; vive; gai; gaie; joyeusement; avec joie; heureux; enchanté; remuant; gaiement; jovial; avec enjouement; animé; alerte; réjouissant; avec animation)
vrolijk; levendig; levenslustig; opgewekt; monter; blij; dartel; blijmoedig; tierig; opgetogen-
vrolijk bijvoeglijk naamwoord
-
levendig bijvoeglijk naamwoord
-
levenslustig bijvoeglijk naamwoord
-
opgewekt bijvoeglijk naamwoord
-
monter bijvoeglijk naamwoord
-
blij bijvoeglijk naamwoord
-
dartel bijvoeglijk naamwoord
-
blijmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
tierig bijvoeglijk naamwoord
-
opgetogen bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravi (enchanté; fou de joie; très content; transporté de joie)
dolblij; ontzettend blij; inblij-
dolblij bijvoeglijk naamwoord
-
ontzettend blij bijvoeglijk naamwoord
-
inblij bijvoeglijk naamwoord
-
-
ravi (enchanté; joyeux; ayant l'esprit léger)
Vertaal Matrix voor ravi:
Synoniemen voor "ravi":
Wiktionary: ravi
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ravi | → lomperd; oetlul; stommeling; domoor | ↔ nincompoop — silly or foolish person |
• ravi | → zalig | ↔ selig — von starkem Hochgefühl erfüllt |
ravi vorm van ravir:
ravir werkwoord (ravis, ravit, ravissons, ravissez, ravissent, ravissais, ravissait, ravissions, ravissiez, ravissaient, ravîmes, ravîtes, ravirent, ravirai, raviras, ravira, ravirons, ravirez, raviront)
Conjugations for ravir:
Présent
- ravis
- ravis
- ravit
- ravissons
- ravissez
- ravissent
imparfait
- ravissais
- ravissais
- ravissait
- ravissions
- ravissiez
- ravissaient
passé simple
- ravis
- ravis
- ravit
- ravîmes
- ravîtes
- ravirent
futur simple
- ravirai
- raviras
- ravira
- ravirons
- ravirez
- raviront
subjonctif présent
- que je ravisse
- que tu ravisses
- qu'il ravisse
- que nous ravissions
- que vous ravissiez
- qu'ils ravissent
conditionnel présent
- ravirais
- ravirais
- ravirait
- ravirions
- raviriez
- raviraient
passé composé
- ai ravi
- as ravi
- a ravi
- avons ravi
- avez ravi
- ont ravi
divers
- ravis!
- ravissez!
- ravissons!
- ravi
- ravissant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor ravir:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
schaken | jeu d'échecs | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beheksen | charmer; enchanter; ensorceler; ravir | |
betoveren | charmer; enchanter; ensorceler; ravir | |
kidnappen | enlever; kidnapper; ravir | |
ontvoeren | enlever; kidnapper; ravir | |
schaken | enlever; kidnapper; ravir | |
verrukken | enchanter; faire plaisir à; rendre heureux; rendre service à; réjouir | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
verrukken | ravir |
Synoniemen voor "ravir":
Wiktionary: ravir
ravir
Cross Translation:
verb
ravir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ravir | → kidnappen; ontvoeren | ↔ abduct — to take away |
• ravir | → verrukken; vervoeren | ↔ beguile — charm, delight |
• ravir | → bevallen; behagen | ↔ delight — to give pleasure to |
• ravir | → kidnappen; ontvoeren | ↔ kidnap — to seize and detain a person unlawfully |
• ravir | → ontvoeren; schaken | ↔ ravish — seize and carry away by violence; snatch by force |
• ravir | → in; vervoering; brengen; vervoeren | ↔ ravish — transport with joy or delight; delight to ecstasy |