Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: morceau

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: morceau

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. morceau:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor morceau (Frans) in het Nederlands

morceau:

morceau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le morceau (ingrédient de base; part; partie; )
    het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie
  2. le morceau (part; partie; participation; )
    het aandeel; het deel; de part
    • aandeel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • deel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • part [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le morceau (grumeau; partie)
    de brok; het suikerklontje; de klont
    • brok [de ~] zelfstandig naamwoord
    • suikerklontje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. le morceau (tartine; bout de pain; tranche de pain; tranche)
    de boterham; de snee; het sneetje; plak brood
    • boterham [de ~] zelfstandig naamwoord
    • snee [de ~] zelfstandig naamwoord
    • sneetje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • plak brood [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. le morceau (partie; fragment)
    het klontje; het klompje; het klontertje
  6. le morceau (parcelle; particule; bout; )
    de deeltje; het onderdeeltje
  7. le morceau (éclat; écharde; éclat de bois; )
    de splinter; de scherf; diggel
    • splinter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • scherf [de ~] zelfstandig naamwoord
    • diggel [znw.] zelfstandig naamwoord
  8. le morceau (caillot; grumeau; gros morceau; motte; masse)
    de klont; de klonter
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. le morceau (segment; partie; part)
    het segment
    • segment [het ~] zelfstandig naamwoord
  10. le morceau (épave; bribes; fragment)
    het brokstuk; het wrakstuk

Vertaal Matrix voor morceau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandeel bout; morceau; part; participation; partie; portion; ration action; action financière; apport; bloc; dépôt; part; participation; portion; quote-part
basisbestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
bestanddeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
boterham bout de pain; morceau; tartine; tranche; tranche de pain
brok grumeau; morceau; partie
brokstuk bribes; fragment; morceau; épave
component action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base ruche
deel action; bout; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; participation; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base aire de battage; fragment; héritage; objet hérité; partie; reliure; tome; volume; édition
deeltje bout; fraction; morceau; parcelle; part; particule; petit bout; quartier
diggel fragment; morceau; tesson; écharde; éclat; éclat de bois; éclisse
element action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; facteur; élément
fractie action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base fragment; partie
ingrediënt action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base
klompje fragment; morceau; partie
klont caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte; partie
klonter caillot; gros morceau; grumeau; masse; morceau; motte
klontertje fragment; morceau; partie
klontje fragment; morceau; partie morceau de sucre
onderdeel action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base composant; pièce détachée
onderdeeltje bout; fraction; morceau; parcelle; part; particule; petit bout; quartier
part bout; morceau; part; participation; partie; portion; ration bloc; fragment; part; partie; portion
plak brood bout de pain; morceau; tartine; tranche; tranche de pain
scherf fragment; morceau; tesson; écharde; éclat; éclat de bois; éclisse
segment morceau; part; partie; segment coupe; segment; segment de code compte
snee bout de pain; morceau; tartine; tranche; tranche de pain coupure; cran; césure; encoche; entaille; incision
sneetje bout de pain; morceau; tartine; tranche; tranche de pain coupure; entaille
splinter fragment; morceau; tesson; écharde; éclat; éclat de bois; éclisse
stuk action; branche; catégorie; composant; fraction; groupe parlementaire; ingrédient; ingrédient de base; membre; morceau; part; partie; portion; ration; rayon; section; segment; titre; élément de base article; artillerie; beau morceau; bel homme; canon; canons; châssis; comédie; drame; fille du tonnerre; fragment; jolie femme; partie; pièce de théâtre; publication; spectacle; théâtre; tragédie; type épatant
suikerklontje grumeau; morceau; partie morceau de sucre
wrakstuk bribes; fragment; morceau; épave
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stuk abîmé; avarié; brisé; cassé; crevé; dans un état triste; déchiré; défectueux; délabré; détraqué; détérioré; dévoré; en dérangement; en lambeaux; en morceaux; en panne; en pièces; endommagé; fracturé; fêlé; hors d'usage; hors de service; lacéré; rompu; troué; variolé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
deel mosaïque
element élément

Synoniemen voor "morceau":


Wiktionary: morceau

morceau
noun
  1. portion séparée d’une chose solide qui peut être manger.
morceau
noun
  1. deel
Cross Translation:
FromToVia
• morceau → klomp; brok; stuk ↔ chunk — a part of something
• morceau → brok ↔ dollop — lump
• morceau → brok; stuk; hap ↔ morsel — small fragment
• morceau → stuk; deel; onderdeel ↔ piece — part of a larger whole
• morceau → stuk ↔ Stück — ein Teil eines Ganzen
• morceau → klontje; blokje ↔ Würfel — Gegenstand, der annähernd würfelförmig ist

Verwante vertalingen van morceau







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0535 seconde
Page rendered in 1.0 seconds