Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- interne:
- interner:
- interné:
-
Wiktionary:
- interne → binnenste, binnenlands, intern, inwendig
- interner → interneren
- interner → interneren
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
Frans
Uitgebreide vertaling voor interne (Frans) in het Nederlands
interne:
-
interne (intérieur; intérieurement; à l'intérieur)
-
interne (résidant; habitant)
-
interne (intérieur)
-
interne (intérieur; à l'intérieur)
-
interne (à l'intérieur; intérieur; en dedans; dedans; du côté intérieur; intérieurement)
Vertaal Matrix voor interne:
Synoniemen voor "interne":
Wiktionary: interne
interne
adjective
-
didactique|fr médecine|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
- interne → binnenste; binnenlands; intern; inwendig
interner:
interner werkwoord (interne, internes, internons, internez, internent, internais, internait, internions, interniez, internaient, internai, internas, interna, internâmes, internâtes, internèrent, internerai, interneras, internera, internerons, internerez, interneront)
Conjugations for interner:
Présent
- interne
- internes
- interne
- internons
- internez
- internent
imparfait
- internais
- internais
- internait
- internions
- interniez
- internaient
passé simple
- internai
- internas
- interna
- internâmes
- internâtes
- internèrent
futur simple
- internerai
- interneras
- internera
- internerons
- internerez
- interneront
subjonctif présent
- que j'interne
- que tu internes
- qu'il interne
- que nous internions
- que vous interniez
- qu'ils internent
conditionnel présent
- internerais
- internerais
- internerait
- internerions
- interneriez
- interneraient
passé composé
- ai interné
- as interné
- a interné
- avons interné
- avez interné
- ont interné
divers
- interne!
- internez!
- internons!
- interné
- internant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor interner:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen zetten | captivité; détention; réclusion | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen zetten | conserver; détenir; emprisonner; garder; interner; retenir; tenir | |
interneren | conserver; détenir; emprisonner; garder; interner; retenir; tenir | |
isoleren | conserver; détenir; emprisonner; garder; interner; retenir; tenir | isoler; mettre de côté; mettre à l'écart; rendre résistant au froid; rester neutre; réserver son opinion; séparer; étancher |
opsluiten | conserver; détenir; emprisonner; garder; interner; retenir; tenir | conserver; détenir; emprisonner; enfermer; fixer; garder; immobiliser; mettre derrière les barreaux; retenir; tenir |
Synoniemen voor "interner":
Wiktionary: interner
interner
Cross Translation:
verb
-
een verplichte verblijfplaats aanwijzen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• interner | → interneren | ↔ intern — to imprison (transitive) |
interné:
-
interné (admis dans une asile)
opgenomen; in een gesticht opgenomen-
opgenomen bijvoeglijk naamwoord
-
in een gesticht opgenomen bijvoeglijk naamwoord
-
-
interné (fait prisonnier; emprisonné; captif; prisonnier; enfermé; arrêté)
gevangen; opgesloten; gevangen genomen; geïnterneerd; vastgezet-
gevangen bijvoeglijk naamwoord
-
opgesloten bijvoeglijk naamwoord
-
gevangen genomen bijvoeglijk naamwoord
-
geïnterneerd bijvoeglijk naamwoord
-
vastgezet bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'interné (détenu; prisonnier)
Vertaal Matrix voor interné:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geïnterneerde | détenu; interné; prisonnier | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen | arrêté; captif; emprisonné; enfermé; fait prisonnier; interné; prisonnier | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gevangen genomen | arrêté; captif; emprisonné; enfermé; fait prisonnier; interné; prisonnier | |
geïnterneerd | arrêté; captif; emprisonné; enfermé; fait prisonnier; interné; prisonnier | |
in een gesticht opgenomen | admis dans une asile; interné | |
opgenomen | admis dans une asile; interné | admis; enregistré |
opgesloten | arrêté; captif; emprisonné; enfermé; fait prisonnier; interné; prisonnier | |
vastgezet | arrêté; captif; emprisonné; enfermé; fait prisonnier; interné; prisonnier |
Synoniemen voor "interné":
Nederlands