Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cousu:
  2. coudre:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor cousu (Frans) in het Nederlands

cousu:

cousu bijvoeglijk naamwoord

  1. cousu
    ingenaaid; vastgenaaid in
  2. cousu
    vastgenaaid

Vertaal Matrix voor cousu:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingenaaid cousu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vastgenaaid cousu
vastgenaaid in cousu

Synoniemen voor "cousu":


coudre:

coudre werkwoord (couds, coudt, cousons, cousez, )

  1. coudre (suturer)
    hechten; vastnaaien
  2. coudre (souder; braser; joindre; empatter)
    lassen; aaneenlassen
    • lassen werkwoord (las, last, laste, lasten, gelast)
    • aaneenlassen werkwoord (las aaneen, last aaneen, laste aaneen, lasten aaneen, aaneengelast)

Conjugations for coudre:

Présent
  1. couds
  2. couds
  3. coudt
  4. cousons
  5. cousez
  6. cousent
imparfait
  1. cousais
  2. cousais
  3. cousait
  4. cousions
  5. cousiez
  6. cousaient
passé simple
  1. cousis
  2. cousis
  3. cousit
  4. cousîmes
  5. cousîtes
  6. cousirent
futur simple
  1. coudrai
  2. coudras
  3. coudra
  4. coudrons
  5. coudrez
  6. coudront
subjonctif présent
  1. que je couse
  2. que tu couses
  3. qu'il couse
  4. que nous cousions
  5. que vous cousiez
  6. qu'ils cousent
conditionnel présent
  1. coudrais
  2. coudrais
  3. coudrait
  4. coudrions
  5. coudriez
  6. coudraient
passé composé
  1. ai cousu
  2. as cousu
  3. a cousu
  4. avons cousu
  5. avez cousu
  6. ont cousu
divers
  1. couds!
  2. cousez!
  3. cousons!
  4. cousu
  5. cousant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor coudre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lassen soudures
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aaneenlassen braser; coudre; empatter; joindre; souder
hechten coudre; suturer assujettir; attacher; caler; coller; engluer; fixer; rattacher; s'attacher
lassen braser; coudre; empatter; joindre; souder joindre; souder
vastnaaien coudre; suturer

Synoniemen voor "coudre":


Wiktionary: coudre

coudre
verb
  1. assembler deux ou plusieurs objets avec un fil passé dans une aiguille ou un autre instrument semblable.
coudre
verb
  1. door naaien vastmaken
  2. naaldwerk verrichten

Cross Translation:
FromToVia
coudre naaien needle — to pierce with a needle
coudre naaien sew — (transitive) use a needle
coudre naaien nähen — (transitiv): Textilteile mit einem Faden verbinden

Computer vertaling door derden: