Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. contaminer:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor contaminer (Frans) in het Nederlands

contaminer:

contaminer werkwoord (contamine, contamines, contaminons, contaminez, )

  1. contaminer (infecter; souiller; transmettre; communiquer; intoxiquer)
    besmetten; aansteken
    • besmetten werkwoord (besmet, besmette, besmetten, besmet)
    • aansteken werkwoord (steek aan, steekt aan, stak aan, staken aan, aangestoken)
  2. contaminer (empoisonner; intoxiquer; infecter; souiller)
    vergiftigen; verpesten; infecteren
    • vergiftigen werkwoord (vergiftig, vergiftigt, vergiftigde, vergiftigden, vergiftigd)
    • verpesten werkwoord (verpest, verpestte, verpestten, verpest)
    • infecteren werkwoord (infecteer, infecteert, infecteerde, infecteerden, geïnfecteerd)

Conjugations for contaminer:

Présent
  1. contamine
  2. contamines
  3. contamine
  4. contaminons
  5. contaminez
  6. contaminent
imparfait
  1. contaminais
  2. contaminais
  3. contaminait
  4. contaminions
  5. contaminiez
  6. contaminaient
passé simple
  1. contaminai
  2. contaminas
  3. contamina
  4. contaminâmes
  5. contaminâtes
  6. contaminèrent
futur simple
  1. contaminerai
  2. contamineras
  3. contaminera
  4. contaminerons
  5. contaminerez
  6. contamineront
subjonctif présent
  1. que je contamine
  2. que tu contamines
  3. qu'il contamine
  4. que nous contaminions
  5. que vous contaminiez
  6. qu'ils contaminent
conditionnel présent
  1. contaminerais
  2. contaminerais
  3. contaminerait
  4. contaminerions
  5. contamineriez
  6. contamineraient
passé composé
  1. ai contaminé
  2. as contaminé
  3. a contaminé
  4. avons contaminé
  5. avez contaminé
  6. ont contaminé
divers
  1. contamine!
  2. contaminez!
  3. contaminons!
  4. contaminé
  5. contaminant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor contaminer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken contamination; empoisonnement; infection; intoxication
besmetten contamination; empoisonnement; infection; intoxication
infecteren empoisonnement; infecter; intoxication
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansteken communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre allumer; allumer une cigarette; faire brûler; faire du feu; flamber; frotter; mettre feu à; mettre le feu à; s'enflammer
besmetten communiquer; contaminer; infecter; intoxiquer; souiller; transmettre
infecteren contaminer; empoisonner; infecter; intoxiquer; souiller
vergiftigen contaminer; empoisonner; infecter; intoxiquer; souiller
verpesten contaminer; empoisonner; infecter; intoxiquer; souiller abîmer; bousiller; briser; casser; corrompre; défigurer; dépérir; détériorer; empester; empoisonner; gaspiller; gâcher; gâter; gâter quelque chose; mutiler; pervertir; rompre; ruiner

Synoniemen voor "contaminer":


Wiktionary: contaminer

contaminer
verb
  1. souiller par le contact d’un objet impur ou malpropre.
contaminer
Cross Translation:
FromToVia
contaminer contamineren kontaminierenUmwelt, transitiv: etwas mit