Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
influer:
-
Wiktionary:
influer → beïnvloeden, invloed hebben op
influer → beïnvloeden -
Synoniemen voor "influer":
influencer; agir; déteindre; charmer; circonvenir; dominer; suggestionner; endoctriner; catéchiser; peser; soupeser; appuyer
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor influer (Frans) in het Nederlands
influer:
Synoniemen voor "influer":
Wiktionary: influer
influer
Cross Translation:
verb
influer
-
faire impression sur une chose, exercer sur elle une action qui tendre à la modifier.
- influer → beïnvloeden; invloed hebben op
verb
-
iemand of iets proberen te veranderen, invloed nemen op
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• influer | → beïnvloeden | ↔ influence — transitive: to exert an influence upon |