Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
illustre:
- beroemd; befaamd; indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; deftig; plechtig; trots; parmant; nobel; statig; vorstelijk; parmantig; plechtstatig; fier; erkend; gerenommeerd; gedistingeerd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; doorluchtig; roemrucht; doorluchtige; gerespecteerd; gewaardeerd; geacht; geëerde; geëerd; populair; gevierd
- illustré:
- illustrer:
-
Wiktionary:
- illustre → befaamd, beroemd, gevierd, roemruchtig, vermaard, wijdvermaard
- illustre → illuster
- illustrer → illustreren, veraanschouwelijken, verluchten
- illustrer → tekenen, merken
Frans
Uitgebreide vertaling voor illustre (Frans) in het Nederlands
illustre:
-
illustre (célèbre; fameux; renommé)
-
illustre (impressionnant; prestigieux; distingué; majestueux; convenable; éminent; dignement; avec distinction; convenablement; solennellement; princièrement; princier; majestueusement; cérémonieusement; cérémonieux)
indrukwekkend; aanzienlijk; majestueus; deftig; plechtig; trots; parmant; nobel; statig; vorstelijk; parmantig; plechtstatig; fier-
indrukwekkend bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
majestueus bijvoeglijk naamwoord
-
deftig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtig bijvoeglijk naamwoord
-
trots bijvoeglijk naamwoord
-
parmant bijvoeglijk naamwoord
-
nobel bijvoeglijk naamwoord
-
statig bijvoeglijk naamwoord
-
vorstelijk bijvoeglijk naamwoord
-
parmantig bijvoeglijk naamwoord
-
plechtstatig bijvoeglijk naamwoord
-
fier bijvoeglijk naamwoord
-
-
illustre (renommé; reconnu; distingué; célèbre; fameux)
-
illustre (distingué; vénérable; solennel; solennellement; noble; respecté; dignement; d'importance; d'un rang élevé)
gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig-
gedistingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
beroemd bijvoeglijk naamwoord
-
voornaam bijvoeglijk naamwoord
-
illuster bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeplaatst bijvoeglijk naamwoord
-
adelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verheven bijvoeglijk naamwoord
-
gewichtig bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
doorluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
illustre (célèbre; fameux)
-
illustre (sérénissime)
doorluchtige-
doorluchtige bijvoeglijk naamwoord
-
-
illustre (respecté; apprécié; estimé; honoré)
gerespecteerd; gewaardeerd; geacht; geëerde; geëerd-
gerespecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
gewaardeerd bijvoeglijk naamwoord
-
geacht bijvoeglijk naamwoord
-
geëerde bijvoeglijk naamwoord
-
geëerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
illustre (populaire; célèbre; fameux; désiré; couvert de lauriers; célébré; aimé; renommé; en vogue; chéri; voulu; cher; vanté; estimé; loué)
Vertaal Matrix voor illustre:
Synoniemen voor "illustre":
Wiktionary: illustre
illustre
noun
illustre
-
Titre honorifique
- illustre → befaamd; beroemd; gevierd; roemruchtig; vermaard; wijdvermaard
illustré:
-
illustré
geïllustreerde-
geïllustreerde bijvoeglijk naamwoord
-
-
l'illustré (journal de bandes dessinées)
Vertaal Matrix voor illustré:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
stripblad | illustré; journal de bandes dessinées | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geïllustreerde | illustré |
Synoniemen voor "illustré":
illustrer:
illustrer werkwoord (illustre, illustres, illustrons, illustrez, illustrent, illustrais, illustrait, illustrions, illustriez, illustraient, illustrai, illustras, illustra, illustrâmes, illustrâtes, illustrèrent, illustrerai, illustreras, illustrera, illustrerons, illustrerez, illustreront)
-
illustrer
-
illustrer (éclaircir; expliquer; clarifier; préciser; tirer au clair)
uitleggen; verklaren; toelichten; begrijpelijk maken; ophelderen; opklaren-
begrijpelijk maken werkwoord
-
illustrer (rendre plus concret; démontrer; faire la démonstration de; montrer)
demonstreren; aanschouwelijk maken; veraanschouwelijken-
aanschouwelijk maken werkwoord (maak aanschouwelijk, maakt aanschouwelijk, maakte aanschouwelijk, maakten aanschouwelijk, aanschouwelijk gemaakt)
-
veraanschouwelijken werkwoord (veraanschouwelijk, veraanschouwelijkt, veraanschouwelijkte, veraanschouwelijkten, veraanschouwelijkt)
Conjugations for illustrer:
Présent
- illustre
- illustres
- illustre
- illustrons
- illustrez
- illustrent
imparfait
- illustrais
- illustrais
- illustrait
- illustrions
- illustriez
- illustraient
passé simple
- illustrai
- illustras
- illustra
- illustrâmes
- illustrâtes
- illustrèrent
futur simple
- illustrerai
- illustreras
- illustrera
- illustrerons
- illustrerez
- illustreront
subjonctif présent
- que j'illustre
- que tu illustres
- qu'il illustre
- que nous illustrions
- que vous illustriez
- qu'ils illustrent
conditionnel présent
- illustrerais
- illustrerais
- illustrerait
- illustrerions
- illustreriez
- illustreraient
passé composé
- ai illustré
- as illustré
- a illustré
- avons illustré
- avez illustré
- ont illustré
divers
- illustre!
- illustrez!
- illustrons!
- illustré
- illustrant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor illustrer:
Synoniemen voor "illustrer":
Wiktionary: illustrer
illustrer
Cross Translation:
verb
illustrer
-
rendre illustre.
- illustrer → illustreren; veraanschouwelijken; verluchten
verb
-
van afbeeldingen voorzien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• illustrer | → tekenen; merken | ↔ zeichnen — (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich |