Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fusible:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fusible (Frans) in het Nederlands

fusible:

fusible [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fusible (plomb; bouchon; fiche; cheville; liège)
    de zekering; de stop
    • zekering [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le fusible (bouchon)
    de plug; muurplug
    • plug [de ~] zelfstandig naamwoord
    • muurplug [znw.] zelfstandig naamwoord
  3. le fusible
    smeltzekering
  4. le fusible
    de smeltveiligheid

fusible bijvoeglijk naamwoord

  1. fusible
    smeltbaar

Vertaal Matrix voor fusible:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muurplug bouchon; fusible
plug bouchon; fusible
smeltveiligheid fusible
smeltzekering fusible
stop bouchon; cheville; fiche; fusible; liège; plomb
zekering bouchon; cheville; fiche; fusible; liège; plomb
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smeltbaar fusible

Synoniemen voor "fusible":


Wiktionary: fusible

fusible
noun
  1. élec|nocat=1 Dispositif destiné à interrompre un circuit électrique en cas de surintensité.
fusible
noun
  1. elektronisch element ter voorkoming van een te grote stroom

Cross Translation:
FromToVia
fusible zekering fuse — device preventing overloading of a circuit

Verwante vertalingen van fusible