Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coquille:
  2. coquillé:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor coquille (Frans) in het Nederlands

coquille:

coquille [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la coquille (coque; couche; bogue; )
    de schelp; de schaal
    • schelp [de ~] zelfstandig naamwoord
    • schaal [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la coquille
    de schulp
    • schulp [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coquille:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schaal bogue; carapace; coque; coquille; couche; enveloppe; peau; écorce brou; petit plat; petit plateau; plat résistant à la chaleur du four; soucoupe; écale
schelp bogue; carapace; coque; coquille; couche; enveloppe; peau; écorce
schulp coquille

Synoniemen voor "coquille":


Wiktionary: coquille

coquille
noun
  1. Enveloppe dure et calcaire (1)

Cross Translation:
FromToVia
coquille slakkehuis Schneckenhaus — rundliche, kalkreiche Schale (um Teile) einer Schnecke, das zum Schutz des Tieres dient
coquille krul scroll — end of a violin
coquille schelp seashell — shell
coquille schaal; eierschaal shell — hard covering of an egg
coquille schaal; omhulsel shell — covering of a nut
coquille schulp shell — psychological barrier to social interaction
coquille typefout typo — error

coquillé:

coquillé bijvoeglijk naamwoord

  1. coquillé (couvert de coquillages)
    geschulpt; geschelpt

Vertaal Matrix voor coquillé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geschelpt coquillé; couvert de coquillages
geschulpt coquillé; couvert de coquillages

Verwante vertalingen van coquille