Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. avec:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor avec:
    • samen met


Frans

Uitgebreide vertaling voor avec (Frans) in het Nederlands

avec:

avec bijwoord

  1. avec (à l'aide de; au moyen de)
    met
    • met bijvoeglijk naamwoord
  2. avec (aussi; néanmoins; pourtant; )
    mede; mee
  3. avec (avec cela; par là)
    daarmee; ermee
  4. avec
  5. avec

Vertaal Matrix voor avec:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mede hydromel; nectar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mede aussi; avec; cependant; encore; néanmoins; pourtant; toutefois; également ainsi que; aussi; autant; de même que; et aussi; également
mee aussi; avec; cependant; encore; néanmoins; pourtant; toutefois; également
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Search by avec
powered by avec
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daarmee avec; avec cela; par là
ermee avec; avec cela; par là
met au moyen de; avec; à l'aide de

Synoniemen voor "avec":


Wiktionary: avec

avec
  1. Accompagnement
avec
preposition
  1. en daarbij

Cross Translation:
FromToVia
avec met mitmit Dativ: etwas oder jemandem angeschlossen oder verbunden
avec met inbegrip van samt — Dativ|: zusammen mit
avec overweg komen; met verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben
avec met; tegen with — against
avec met; bij with — in the company of
avec met with — in addition to
avec voor; bij with — in support of
avec met with — by means of

Verwante vertalingen van avec