Frans
Uitgebreide vertaling voor ascendant (Frans) in het Nederlands
ascendant:
-
ascendant (en haut; en montant; vers le haut)
-
ascendant (à un étage plus élevé; en haut; montant; vers le haut; en amont; grimpant; en hauteur; en l'air; vers le ciel; de manière ascendante)
naar boven; naar hogere verdieping-
naar boven bijvoeglijk naamwoord
-
naar hogere verdieping bijvoeglijk naamwoord
-
-
ascendant (de manière ascendante; en haut; en hauteur; vers le haut; montant; en amont; grimpant; en l'air; vers le ciel)
-
ascendant (en amont; en haut; montant; grimpant; en hauteur; vers le haut; vers le ciel; de manière ascendante)
bovenwaarts-
bovenwaarts bijvoeglijk naamwoord
-
-
ascendant (graduel; graduellement; par degrés)
gradueel; opklimmend; trapsgewijs-
gradueel bijvoeglijk naamwoord
-
opklimmend bijvoeglijk naamwoord
-
trapsgewijs bijvoeglijk naamwoord
-