Frans

Uitgebreide vertaling voor abondance (Frans) in het Nederlands

abondance:

abondance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'abondance (profusion; masse; multitude; )
    de massa; grote hoeveelheid; de berg; de overvloed; de hoop
    • massa [de ~] zelfstandig naamwoord
    • grote hoeveelheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • berg [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'abondance (luxe; luxuriance; magnificence; )
    de luxe; de overvloed; de weelderigheid; de pracht; de weelde
    • luxe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • overvloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • weelderigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • pracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • weelde [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'abondance (surplus; excès; excédent; débordement)
    het surplus; het teveel; de overmaat; de overdaad
    • surplus [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teveel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • overmaat [de ~] zelfstandig naamwoord
    • overdaad [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'abondance (grand nombre)
    de veelheid; de talrijkheid
  5. l'abondance (profusion)
    rijkelijkheid; de overvloedigheid
  6. l'abondance
    overdadig zijn; overvloedig zijn
  7. l'abondance (débordement; excès; surplus; immodération; excédent)
    het exces; de overvloed; de buitensporigheid; de overdaad

Vertaal Matrix voor abondance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berg abondance; amas; grande quantité; masse; multitude; profusion; tas amas; cumul; encombrement; entassement; foule; masse; montagne; tas
buitensporigheid abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus caroncule; débauche; démesure; excentricité; excroissance; excès; extravagance; libertinage; protubérance
exces abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus bonus; caroncule; excentricité; excroissance; excès; extravagance; prime; protubérance; supplément; surplus
grote hoeveelheid abondance; amas; grande quantité; masse; multitude; profusion; tas
hoop abondance; amas; grande quantité; masse; multitude; profusion; tas accumulation; amas; amoncellement; anticipation; assemblage; attente; attroupement; bande; clique; crotte; cumul; des tas de gens; encombrement; entassement; espoir; espérance; excréments; foule; grand nombre de personnes; grande quantité; grande quantité de personnes; horde; masse; merde; meute; monceau; montagne; motte; multitude; multitude de gens; perspective; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas; troupe; étron
luxe abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur
massa abondance; amas; grande quantité; masse; multitude; profusion; tas accumulation; affluence; cohue; collection; cumul; des tas de gens; entassement; foule; grand nombre de gens; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; monde; multitude de gens; pile; troupe
overdaad abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus
overdadig zijn abondance
overmaat abondance; débordement; excès; excédent; surplus exces; surplus
overvloed abondance; amas; débordement; excès; excédent; fortune; grande quantité; immodération; luxe; luxuriance; magnificence; masse; multitude; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur; surplus; tas
overvloedig zijn abondance
overvloedigheid abondance; profusion
pracht abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur apparat; beauté; faste; lustre; magnificence; pompe; splendeur
rijkelijkheid abondance; profusion
surplus abondance; débordement; excès; excédent; surplus bonus; prime; supplément; surplus
talrijkheid abondance; grand nombre
teveel abondance; débordement; excès; excédent; surplus bonus; prime; supplément; surplus
veelheid abondance; grand nombre
weelde abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur
weelderigheid abondance; fortune; luxe; luxuriance; magnificence; opulence; pompe; profusion; richesse; somptuosité; splendeur sensualité; volupté; érotique; érotisme

Synoniemen voor "abondance":


Wiktionary: abondance

abondance
noun
  1. Grande quantité
abondance
noun
  1. overvloed
  2. het voorhanden zijn van meer dan voldoende van iets

Cross Translation:
FromToVia
abondance overvloed abundance — ample sufficiency
abondance overvloed plenty — An more than adequate amount
abondance rijkdom wealth — a great amount; an abundance or plenty, usually of money

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van abondance