Frans

Uitgebreide vertaling voor rive (Frans) in het Nederlands

rive:

rive [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rive (berge)
    de oever
    • oever [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la rive (horizon; sonnerie; cloche; )
    de horizon; de kim; de gezichtseinder; de einder
    • horizon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kim [de ~] zelfstandig naamwoord
    • gezichtseinder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • einder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la rive (rivage; berge; bord de l'eau)
    de waterkant; de wal
    • waterkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la rive (côté; aile; flanc; bord; rebord)
    de zijde; de zijkant; de flank
    • zijde [de ~] zelfstandig naamwoord
    • zijkant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • flank [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la rive (bord)
    de rivieroever
  6. la rive (bord; aile; côté; flanc; rebord)
    de flank; zijde van een schip
  7. la rive (rive d'un fleuve; bord)
    rivierkant
  8. la rive
    rivierzoom

Vertaal Matrix voor rive:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einder bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
flank aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
gezichtseinder bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
horizon bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
kim bord; cloche; clochette; horizon; rive; sonnerie; sonnette; timbre
oever berge; rive
rivierkant bord; rive; rive d'un fleuve
rivieroever bord; rive
rivierzoom rive
wal berge; bord de l'eau; rivage; rive bastion; forteresse; murs de la villes; rempart; rempart d'une ville
waterkant berge; bord de l'eau; rivage; rive
zijde aile; bord; côté; flanc; rebord; rive côté; flanc; soie
zijde van een schip aile; bord; côté; flanc; rebord; rive
zijkant aile; bord; côté; flanc; rebord; rive bord; côté

Synoniemen voor "rive":


Wiktionary: rive

rive
noun
  1. terrain qui border un fleuve, une rivière, un étang ou un lac.

Cross Translation:
FromToVia
rive oever bank — edge of river or lake
rive kustlijn coastline — the shape of a coast
rive kust; oever shore — land adjoining a large body of water
rive oever Ufer — Randbereich zwischen Gewässer und Land

rivé:

rivé bijvoeglijk naamwoord

  1. rivé (riveté)
    vastgeklonken; geklonken

Vertaal Matrix voor rivé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geklonken riveté; rivé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vastgeklonken riveté; rivé

Synoniemen voor "rivé":


rive vorm van river:

river werkwoord (rive, rives, rivons, rivez, )

  1. river (coller à; clouer)
    vastklinken; klinken
    • vastklinken werkwoord (klink vast, klinkt vast, klonk vast, klonken vast, vastgeklonken)
    • klinken werkwoord (klink, klinkt, klonk, klonken, geklonken)
  2. river (clouer; riveter)
    vastnagelen; spijkeren; klinken; timmeren; vastspijkeren; vastslaan
    • vastnagelen werkwoord (nagel vast, nagelt vast, nagelde vast, nagelden vast, vastgenageld)
    • spijkeren werkwoord (spijker, spijkert, spijkerde, spijkerden, gepsijkerd)
    • klinken werkwoord (klink, klinkt, klonk, klonken, geklonken)
    • timmeren werkwoord (timmer, timmert, timmerde, timmerden, getimmerd)
    • vastspijkeren werkwoord (spijker vast, spijkert vast, spijkerde vast, spijkerden vast, vastgespijkerd)
    • vastslaan werkwoord

Conjugations for river:

Présent
  1. rive
  2. rives
  3. rive
  4. rivons
  5. rivez
  6. rivent
imparfait
  1. rivais
  2. rivais
  3. rivait
  4. rivions
  5. riviez
  6. rivaient
passé simple
  1. rivai
  2. rivas
  3. riva
  4. rivâmes
  5. rivâtes
  6. rivèrent
futur simple
  1. riverai
  2. riveras
  3. rivera
  4. riverons
  5. riverez
  6. riveront
subjonctif présent
  1. que je rive
  2. que tu rives
  3. qu'il rive
  4. que nous rivions
  5. que vous riviez
  6. qu'ils rivent
conditionnel présent
  1. riverais
  2. riverais
  3. riverait
  4. riverions
  5. riveriez
  6. riveraient
passé composé
  1. ai rivé
  2. as rivé
  3. a rivé
  4. avons rivé
  5. avez rivé
  6. ont rivé
divers
  1. rive!
  2. rivez!
  3. rivons!
  4. rivé
  5. rivant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

river [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le river (levée; loquet)
    de inklinking; de klink; inklinking van bout

Vertaal Matrix voor river:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inklinking levée; loquet; river
inklinking van bout levée; loquet; river
klink levée; loquet; river loquet; poignée
vastnagelen clouage
vastspijkeren clouage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klinken clouer; coller à; river; riveter gazouiller; résonner
spijkeren clouer; river; riveter
timmeren clouer; river; riveter battre; cogner; fouetter; frapper; heurter; taper
vastklinken clouer; coller à; river
vastnagelen clouer; river; riveter
vastslaan clouer; river; riveter
vastspijkeren clouer; river; riveter

Synoniemen voor "river":


Verwante vertalingen van rive