Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: paroi

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: paroi

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. paroi:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor paroi (Frans) in het Nederlands

paroi:

paroi [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la paroi (mur; cloison)
    de wand; de kamerwand
    • wand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kamerwand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la paroi (cloison; mur mitoyen; séparation)
    de afscheiding; het beschot; de tussenmuur; de schot; het tussenschot
  3. la paroi (nature; tendance; penchant; )
    de inclinatie; de neiging; de hang; de gezindheid; de geneigdheid
    • inclinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • hang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gezindheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • geneigdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la paroi
    de rotswand
    • rotswand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. la paroi (paroi d'une montagne)
    de bergwand
    • bergwand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor paroi:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afscheiding cloison; mur mitoyen; paroi; séparation bifurcation; grille; isolement; retraite; réclusion; schisme; scission; sécrétion; séparation; treillage
bergwand paroi; paroi d'une montagne
beschot cloison; mur mitoyen; paroi; séparation boisage; boiserie; décoration en bois; lambris; lambrissage; lattage; revêtement
geneigdheid caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance intention; orientation; tendance
gezindheid caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance avis; conception; conception de la vie; confession; conviction; conviction religieuse; convictions; croyance; croyances religieuses; culte; disposition; esprit; foi; humeur; opinion; philosophie; religion; état d'âme
hang caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance
inclinatie caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance affection; inclinaison
kamerwand cloison; mur; paroi
neiging caractère; convoitise; disposition; désir; goût pour; inclination; nature; paroi; penchant; prédilection; préférence; sympathies; tempérament; tendance impulsion; intention; orientation; tendance; urgence
rotswand paroi
schot cloison; mur mitoyen; paroi; séparation
tussenmuur cloison; mur mitoyen; paroi; séparation cloison; mur de démarcation; mur de séparation; mur mitoyen; mur séparateur
tussenschot cloison; mur mitoyen; paroi; séparation
wand cloison; mur; paroi

Synoniemen voor "paroi":


Wiktionary: paroi

paroi
noun
  1. maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.
paroi
noun
  1. verticale vlakke constructie van steen
Cross Translation:
FromToVia
• paroi → wand ↔ paries — wall of any cavity in the body
• paroi → muur; wand ↔ wall — permanent, substantial side or division in a building

Verwante vertalingen van paroi







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0860 seconde
Page rendered in 1.0 seconds