Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: mortier

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: mortier

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mortier:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mortier:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor mortier (Frans) in het Nederlands

mortier:

mortier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mortier (plâtre)
    de kalk
    • kalk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le mortier (plâtre)
    het stuc; de pleister
    • stuc [het ~] zelfstandig naamwoord
    • pleister [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. le mortier (cailloutis; commerce des espèces; chute de pierraille)
    de mortel; de specie; de bik; de metselspecie; de macadam; het puin; het split; het gruis; het steenslag; het steengruis
    • mortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • specie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • metselspecie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • macadam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • puin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • split [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • steenslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • steengruis [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le mortier (ciment)
    de cement; cementlaag
    • cement [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • cementlaag [znw.] zelfstandig naamwoord
  5. le mortier
    de mortier
    • mortier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le mortier
    de metselkalk
  7. le mortier (pansement adhésif; plâtre; adhésif)
    de pleister; de hechtpleister; de kleefpleister
  8. le mortier (cailloutis; gravier; gâchis; pierraille)
    de macadam; de mortel; het puin; de metselspecie; het steenslag; het gruis; het split; het steengruis; de bik
    • macadam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • mortel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • puin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • metselspecie [de ~] zelfstandig naamwoord
    • steenslag [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • split [het ~] zelfstandig naamwoord
    • steengruis [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. le mortier (balle de riz)
    rijstbaal

Vertaal Matrix voor mortier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bik cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
cement ciment; mortier ciment
cementlaag ciment; mortier
gruis cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
hechtpleister adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
kalk mortier; plâtre
kleefpleister adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
macadam cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
metselkalk mortier
metselspecie cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
mortel cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
mortier mortier
pleister adhésif; mortier; pansement adhésif; plâtre
puin cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
rijstbaal balle de riz; mortier
specie cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; mortier l'argent comptant; liquide
split cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille crevasse; encoche; fente
steengruis cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
steenslag cailloutis; chute de pierraille; commerce des espèces; gravier; gâchis; mortier; pierraille
stuc mortier; plâtre

Synoniemen voor "mortier":


Wiktionary: mortier

mortier
noun
  1. Mélange de chaux et de sable
  2. Récipient dont on se sert pour piler certaines substances
  3. Canon léger
Cross Translation:
FromToVia
• mortier → specie; mortel ↔ mortar — mixture of lime or cement, sand and water
• mortier → mortier ↔ mortar — short large-bore cannon
• mortier → vijzel; mortier ↔ mortar — vessel used to grind ingredients



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mortier (Nederlands) in het Frans

mortier:

mortier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mortier
    le mortier
    • mortier [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mortier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mortier mortier bik; cement; cementlaag; gruis; hechtpleister; kalk; kleefpleister; macadam; metselkalk; metselspecie; mortel; pleister; puin; rijstbaal; specie; split; steengruis; steenslag; stuc

Verwante woorden van "mortier":

  • mortieren, mortiertje, mortiertjes

Wiktionary: mortier

mortier
noun
  1. Récipient dont on se sert pour piler certaines substances
  2. Canon léger
Cross Translation:
FromToVia
• mortier → mortier ↔ mortar — short large-bore cannon
• mortier → mortier ↔ mortar — vessel used to grind ingredients







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0821 seconde
Page rendered in 1.0 seconds