Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: correspondre

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: correspondre

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. correspondre:
  2. correspondre à:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor correspondre (Frans) in het Nederlands

correspondre:

correspondre werkwoord (corresponds, correspond, correspondons, correspondez, )

  1. correspondre (relier à; se joindre à; ajouter; )
    aansluiten; bijvoegen
    • aansluiten werkwoord (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
    • bijvoegen werkwoord (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
  2. correspondre (concorder; coïncider)
    overeenstemmen; congruent zijn; kloppen
    • overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
    • congruent zijn werkwoord (ben congruent, bent congruent, is congruent, was congruent, waren congruemt, congruent geweest)
    • kloppen werkwoord (klop, klopt, klopte, klopten, geklopt)

Conjugations for correspondre:

Présent
  1. corresponds
  2. corresponds
  3. correspond
  4. correspondons
  5. correspondez
  6. correspondent
imparfait
  1. correspondais
  2. correspondais
  3. correspondait
  4. correspondions
  5. correspondiez
  6. correspondaient
passé simple
  1. correspondis
  2. correspondis
  3. correspondit
  4. correspondîmes
  5. correspondîtes
  6. correspondirent
futur simple
  1. correspondrai
  2. correspondras
  3. correspondra
  4. correspondrons
  5. correspondrez
  6. correspondront
subjonctif présent
  1. que je corresponde
  2. que tu correspondes
  3. qu'il corresponde
  4. que nous correspondions
  5. que vous correspondiez
  6. qu'ils correspondent
conditionnel présent
  1. correspondrais
  2. correspondrais
  3. correspondrait
  4. correspondrions
  5. correspondriez
  6. correspondraient
passé composé
  1. ai correspondu
  2. as correspondu
  3. a correspondu
  4. avons correspondu
  5. avez correspondu
  6. ont correspondu
divers
  1. corresponds!
  2. correspondez!
  3. correspondons!
  5. correspondu
  6. correspondant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor correspondre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijvoegen addition; incorporation
congruent zijn concordance
kloppen battement
overeenstemmen accord; convention
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aansluiten adjoindre; ajouter; brancher sur; correspondre; raccorder à; relier à; se joindre à; serrer les rangs brancher; connecter
bijvoegen adjoindre; ajouter; brancher sur; correspondre; raccorder à; relier à; se joindre à; serrer les rangs ajouter; envelopper; inclure; insérer; joindre
congruent zijn concorder; correspondre; coïncider
kloppen concorder; correspondre; coïncider battre; claquer; cliqueter; cogner; craqueter; frapper; frémir; heurter; palpiter; taper; taper sur; toquer; trembler; vibrer; être correct
overeenstemmen concorder; correspondre; coïncider concorder; consentir à; correspondre à; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; s'harmoniser; se mettre d'accord; tomber d'accord; être conforme à; être correct; être d'accord avec

Synoniemen voor "correspondre":


Wiktionary: correspondre

correspondre correspondre
verb
  1. gelijkenis vertonen
Cross Translation:
FromToVia
• correspondre → corresponderen ↔ correspond — To be equivalent or similar in character, quantity, quality, origin, structure, function etc
• correspondre → corresponderen ↔ correspond — To exchange messages, especially by postal letter, over a period of time
• correspondre → overeenstemmen ↔ match — to agree; to equal
• correspondre → stroken; ontspreken; voldoen ↔ entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein
• correspondre → overeenstemmen; corresponderen ↔ korrespondieren — übereinstimmen, entsprechen
• correspondre → corresponderen ↔ korrespondieren — in Briefwechsel mit jemandem stehen
• correspondre → stroken ↔ übereinstimmen — (intransitiv) sich inhaltlich gleichen oder ähneln

correspondre à:

correspondre à werkwoord

  1. correspondre à (concorder; être conforme à)
    corresponderen; overeenkomen; stroken; overeenstemmen
    • corresponderen werkwoord (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
    • overeenkomen werkwoord (kom overeen, komt overeen, kwam overeen, kwamen overeen, overeen gekomen)
    • stroken werkwoord
    • overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
  2. correspondre à
    overeenkomstig zijn; corresponderen
  3. correspondre à (aller ensemble; fusionner; joindre; )
    samengaan; een fusie aangaan; fuseren
    • samengaan werkwoord (ga samen, gaat samen, ging samen, gingen samen, samengegaan)
    • een fusie aangaan werkwoord
    • fuseren werkwoord (fuseer, fuseert, fuseerde, fuseerden, gefuseerd)
  4. correspondre à (être conforme à; équivaloir à; concorder; convenir à; s'accorder à)
    evenaren
    • evenaren werkwoord (evenaar, evenaart, evenaarde, evenaarden, geëvenaard)

Vertaal Matrix voor correspondre à:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overeenstemmen accord; convention
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corresponderen concorder; correspondre à; être conforme à avoir une correspondance avec; correspondre avec qn; écrire
een fusie aangaan aller de pair; aller ensemble; concorder; confluer; convenir à; correspondre à; fusionner; joindre; réunir; s'accorder à
evenaren concorder; convenir à; correspondre à; s'accorder à; équivaloir à; être conforme à
fuseren aller de pair; aller ensemble; concorder; confluer; convenir à; correspondre à; fusionner; joindre; réunir; s'accorder à confluer; fondre; fusionner; joindre; réunir; s'intégrer; s'unir; se fondre; se souder
overeenkomen concorder; correspondre à; être conforme à concorder; consentir; consentir à; convenir; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; se mettre d'accord; tomber d'accord; tomber d'accord sur; être d'accord avec
overeenkomstig zijn correspondre à
overeenstemmen concorder; correspondre à; être conforme à concorder; consentir à; correspondre; coïncider; donner son accord; donner son consentement; s'accorder; s'entendre sur; s'harmoniser; se mettre d'accord; tomber d'accord; être correct; être d'accord avec
samengaan aller de pair; aller ensemble; concorder; confluer; convenir à; correspondre à; fusionner; joindre; réunir; s'accorder à
stroken concorder; correspondre à; être conforme à concorder; consentir; convenir; s'accorder; s'entendre sur

Verwante vertalingen van correspondre







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0552 seconde
Page rendered in 1.0 seconds