Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oranger:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor oranger (Frans) in het Nederlands

oranger:

oranger [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'oranger
    de sinaasappelboom

Vertaal Matrix voor oranger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sinaasappelboom oranger

Wiktionary: oranger

oranger
noun
  1. botan|nocat=1 arbre à feuilles persistantes, à fleurs blanches et très odorantes, qui porter les oranges.

Cross Translation:
FromToVia
oranger sinaasappelboom OrangenbaumBotanik: ein Baum, der Orangen trägt
oranger sinaasappelboom; appelsienenboom orange — tree