Frans
Uitgebreide vertaling voor condisciple (Frans) in het Nederlands
condisciple: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- con: kut; lul; lid; penis; piemel; pik; roede; hond; klootzak; eikel; schobbejak; schoelje; hoerenjong; kuttenkop; loeder; ploert; pleurislijer; pleurislijder; nietsnut; lapzwans; lamzak; lijntrekker; geitenbreier; leegloper; lanterfanter; slampamper; lammeling; slapkous; smeerlap; schoft; rotzak; stinkerd; smiecht; mispunt; fielt; naarling; oetlul; lullig; etter; etterbak; kaffer; rotvent; snertvent; sodemieter
- disciple: aanhanger; volgeling; volger; discipel; navolger; leerling; scholier; volgelinge
condisciple:
Synoniemen voor "condisciple":
Wiktionary: condisciple
condisciple
noun
-
compagnon d’étude, dans la même école, dans la même classe.
- condisciple → medeleerling; klasgenoot
Computer vertaling door derden: