Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: capacité

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: capacité

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. capacité:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor capacité (Frans) in het Nederlands

capacité:

capacité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la capacité (habileté; savoir-faire; dextérité; adresse)
    de vaardigheid; de bekwaamheid
  2. la capacité (capacité de charge; force portative; tonnage brut)
    de capaciteit; de draagkracht; het laadvermogen; het draagvermogen
  3. la capacité
    het vermogen; de capaciteit; de kracht
    • vermogen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • capaciteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la capacité
    de capaciteit
  5. la capacité
    Capaciteit
  6. la capacité (force; puissance; pouvoir; pouvoirs)
    het vermogen; de kracht; de macht
    • vermogen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • macht [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. la capacité (compétence d'un expert; compétence; compétences; )
    de deskundigheid; de vakkundigheid; kennis van zaken
  8. la capacité (potentiel)
    de capaciteit; de inhoud; omvatte ruimte
  9. la capacité (volume)
    de capaciteit; inhoudsruimte; het volume
  10. la capacité (aptitude; qualité; compétence; habileté; savoir-faire)
    de bekwaamheid; de capaciteit; de kwaliteit; ter zake kundigheid
  11. la capacité (facilité; habileté; adresse; savoir-faire; dextérité)
    de handigheid
  12. la capacité (aptitude; savoir-faire; compétence; )
    de kundigheid; de kunde
    • kundigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunde [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  13. la capacité (habileté; art; savoir-faire; )
    de kunst; de handigheid; de truc; de toer; de kneep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • toer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kneep [de ~] zelfstandig naamwoord
  14. la capacité (performance)
    het prestatievermogen
  15. la capacité (tonnage; cale de chargement; volume; capacité de charge)
    de tonnage; de tonnenmaat; scheepsinhoud; de laadruimte; de scheepsruimte; tonnengeld

Vertaal Matrix voor capacité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bekwaamheid adresse; aptitude; capacité; compétence; dextérité; habileté; qualité; savoir-faire don; talent
capaciteit aptitude; capacité; capacité de charge; compétence; force portative; habileté; potentiel; qualité; savoir-faire; tonnage brut; volume don; talent
deskundigheid capacité; compétence; compétence d'un expert; compétences; expertise; habileté; savoir-faire
draagkracht capacité; capacité de charge; force portative; tonnage brut moyens; moyens financiers; possibilités
draagvermogen capacité; capacité de charge; force portative; tonnage brut
handigheid adresse; aptitude; art; capacité; compétence; connaissance; connaissances; dextérité; facilité; habileté; savoir; savoir-faire adresse; aptitude; art; dextérité; habileté; savoir-faire; tour; tour d'artifice; trucage
inhoud capacité; potentiel contenance; contenu; contenus; index; intention; liste; portée; registre; sens; table des matières; teneur
inhoudsruimte capacité; volume
kennis van zaken capacité; compétence; compétence d'un expert; compétences; expertise; habileté; savoir-faire
kneep aptitude; art; capacité; compétence; connaissance; connaissances; habileté; savoir; savoir-faire adresse; habileté; pincement; prétexte; savoir-faire; tour; tour de main; truc
kracht capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance ardeur; caractère; côté fort; dynamique; dynamisme; feu; force; fougue; intensité; passion; poussée; propulsion; puissance; ressort; solidité; verve; vigueur; violence; vitalité; véhémence; âme; énergie
kunde aptitude; art; capacité; compétence; habileté; savoir; savoir-faire
kundigheid aptitude; art; capacité; compétence; habileté; savoir; savoir-faire don; talent
kunst aptitude; art; capacité; compétence; connaissance; connaissances; habileté; savoir; savoir-faire adresse; aptitude; art; dextérité; habileté; savoir-faire; tour; tour d'artifice; trucage
kwaliteit aptitude; capacité; compétence; habileté; qualité; savoir-faire qualité
laadruimte cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
laadvermogen capacité; capacité de charge; force portative; tonnage brut capacité de chargement
macht capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance autorité; conséquence; domination; effet; force; impact; implication; influence; pouvoir; puissance
omvatte ruimte capacité; potentiel
prestatievermogen capacité; performance
scheepsinhoud cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
scheepsruimte cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
ter zake kundigheid aptitude; capacité; compétence; habileté; qualité; savoir-faire
toer aptitude; art; capacité; compétence; connaissance; connaissances; habileté; savoir; savoir-faire acrobatie; balade; cercle de giration; chef-d'oeuvre; circuit; excursion; expédition; fait de faire sa ronde; incursion; petit tour; promenade; randonnée; rayon de braquage; ronde; tour; tour de force; tournée; virée; voyage; échappée
tonnage cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
tonnengeld cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
tonnenmaat cale de chargement; capacité; capacité de charge; tonnage; volume
truc aptitude; art; capacité; compétence; connaissance; connaissances; habileté; savoir; savoir-faire adresse; aptitude; art; dextérité; habileté; prétexte; ruse; savoir-faire; tour; tour d'artifice; tour de main; truc; trucage
vaardigheid adresse; capacité; dextérité; habileté; savoir-faire qualification
vakkundigheid capacité; compétence; compétence d'un expert; compétences; expertise; habileté; savoir-faire
vermogen capacité; force; pouvoir; pouvoirs; puissance avoir; biens; fortune
volume capacité; volume contenu; intensité du son; niveau sonore; portée; reliure; teneur; tirage; tome; volume; volume sonore; édition
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vermogen avoir le sens de; pouvoir; savoir; savoir faire; être capable de; être en état de
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Capaciteit capacité
kracht puissance

Synoniemen voor "capacité":


Wiktionary: capacité

capacité
noun
  1. Pouvoirs reconnus par la loi
capacité
noun
  1. bevattingsvermogen
Cross Translation:
FromToVia
• capacité → vermogen; vaardigheid ↔ ability — quality or state of being able
• capacité → capaciteiten; capaciteit ↔ capacity — the ability to hold, receive or absorb
• capacité → capaciteit ↔ capacity — capability; the ability to perform some task
• capacité → bekwaamheid; vaardigheid ↔ skill — capacity to do something well
• capacité → bekwaamheid; competentie ↔ Fähigkeit — der (angeborene) Zustand, zu etwas fähig oder in der Lage zu sein

Verwante vertalingen van capacité







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0645 seconde
Page rendered in 1.0 seconds