Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. bœuf:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bœuf (Frans) in het Nederlands

bœuf:

bœuf

  1. bœuf
    het rund
    • rund [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bœuf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rund bœuf abruti; boeuf; bêta; crétin; gros bêta; gros malin; idiot; imbécile; niais; nigaud; noix; nouille; pauvre diable; sot; tête d'oeuf; tête de veau; vache; âne

Wiktionary: bœuf

bœuf
noun
  1. Mammifère.
  2. Viande.
bœuf
noun
  1. gecastreerde stier
  2. het vlees van een volwassen rund

Cross Translation:
FromToVia
bœuf bief; rundvlees; biefstuk beef — meat
bœuf os ox — any bovine animal used as a beast of burden
bœuf os Ochsekastriertes männliches Hausrind