Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ils:
    • Wiktionary:
      ils → zij
      ils → zij, ze
    • Gebruikers suggesties voor ils:
      zij, ze
    • Synoniemen voor "ils":
      eux; eux-mêmes; ceux-ci; ceux-là; ces derniers


Frans

Uitgebreide vertaling voor ils (Frans) in het Nederlands

ils:


Synoniemen voor "ils":


Wiktionary: ils

ils
pronoun
  1. pronom de la troisième personne du pluriel masculin sujet.
ils
pronoun
  1. 3e persoon meervoud

Cross Translation:
FromToVia
ils zij; ze they — third-person plural pronoun