Frans

Uitgebreide vertaling voor chicane (Frans) in het Nederlands

chicane:

chicane [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chicane (couper les cheveux en quatre)
    de chicane; spijkers op laag water zoeken; de haarkloverij
  2. la chicane (ergoterie)
    muggezifterij; de haarkloverij
  3. la chicane (ergoterie)
    de vitterij
    • vitterij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la chicane (chamaillerie; querelles; disputes; )
    het geruzie; het gebakkelei; het gehakketak; gekif; het gekrakeel
  5. la chicane
    muggenzifterij
  6. la chicane (argumentation; chamailleries)
    geargumenteer; het geredeneer
  7. la chicane (disputes; chamailleries)
    de haarkloverij; gemuggezift

Vertaal Matrix voor chicane:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chicane chicane; couper les cheveux en quatre
geargumenteer argumentation; chamailleries; chicane
gebakkelei chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gehakketak chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gekif chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gekrakeel chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
gemuggezift chamailleries; chicane; disputes
geredeneer argumentation; chamailleries; chicane
geruzie chamaillerie; chamailleries; chicane; criailleries; disputes; histoires; querelles
haarkloverij chamailleries; chicane; couper les cheveux en quatre; disputes; ergoterie
muggenzifterij chicane
muggezifterij chicane; ergoterie
spijkers op laag water zoeken chicane; couper les cheveux en quatre
vitterij chicane; ergoterie

Synoniemen voor "chicane":


Wiktionary: chicane


Cross Translation:
FromToVia
chicane muggenziften nitpicking — any process of finding or pointing out tiny details or errors

chicané:


Synoniemen voor "chicané":


chicaner:

chicaner werkwoord (chicane, chicanes, chicanons, chicanez, )

  1. chicaner
  2. chicaner (avoir quelque chose sur le coeur; gêner; contrarier)
    dwarszitten; op zijn hart hebben
  3. chicaner (contrarier)
    chicaneren; kleinzielig gedragen
    • chicaneren werkwoord (chicaneer, chicaneert, chicaneerde, chicaneerden, gechicaneerd)
    • kleinzielig gedragen werkwoord (gedraag kleinzielig, gedraagt kleinzielig, gedroeg kleinzielig, gedroegen kleinzielig, kleinzielig gedragen)
  4. chicaner (discutailler; être en bisbille avec quelqu'un)
    kibbelen
    • kibbelen werkwoord (kibbel, kibbelt, kibbelde, kibbelden, gekibbeld)

Conjugations for chicaner:

Présent
  1. chicane
  2. chicanes
  3. chicane
  4. chicanons
  5. chicanez
  6. chicanent
imparfait
  1. chicanais
  2. chicanais
  3. chicanait
  4. chicanions
  5. chicaniez
  6. chicanaient
passé simple
  1. chicanai
  2. chicanas
  3. chicana
  4. chicanâmes
  5. chicanâtes
  6. chicanèrent
futur simple
  1. chicanerai
  2. chicaneras
  3. chicanera
  4. chicanerons
  5. chicanerez
  6. chicaneront
subjonctif présent
  1. que je chicane
  2. que tu chicanes
  3. qu'il chicane
  4. que nous chicanions
  5. que vous chicaniez
  6. qu'ils chicanent
conditionnel présent
  1. chicanerais
  2. chicanerais
  3. chicanerait
  4. chicanerions
  5. chicaneriez
  6. chicaneraient
passé composé
  1. ai chicané
  2. as chicané
  3. a chicané
  4. avons chicané
  5. avez chicané
  6. ont chicané
divers
  1. chicane!
  2. chicanez!
  3. chicanons!
  4. chicané
  5. chicanant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

chicaner [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chicaner
    muggenziften

Vertaal Matrix voor chicaner:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
muggenziften chicaner
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chicaneren chicaner; contrarier
dwarszitten avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner
haarkloven chicaner
kibbelen chicaner; discutailler; être en bisbille avec quelqu'un se chamailler; se quereller
kleinzielig gedragen chicaner; contrarier
muggenziften chicaner
op zijn hart hebben avoir quelque chose sur le coeur; chicaner; contrarier; gêner

Synoniemen voor "chicaner":


Wiktionary: chicaner

chicaner chicaner
verb
  1. intr|nld actief zoeken naar de geringste aanleiding om kritiek te uiten en dan vitten op de lulligste foutjes
  2. (inergatief) over vrijwel onbestaande verschillen een discussie aangaan
  3. informeel|nld actief zoeken naar de geringste aanleiding om kritiek te uiten en dan vitten op de lulligste foutjes

Cross Translation:
FromToVia
chicaner muggenziften; mierenneuken; vitten nitpick — to correct minutiae or find fault
chicaner muggenziften quibble — to complain or argue in a trivial or petty manner
chicaner weigeren refute — to deny the truth or correctness of (something)

Verwante vertalingen van chicane



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor chicane (Nederlands) in het Frans

chicane:

chicane [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de chicane (spijkers op laag water zoeken; haarkloverij)
    la chicane; le couper les cheveux en quatre

Vertaal Matrix voor chicane:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chicane chicane; haarkloverij; spijkers op laag water zoeken geargumenteer; gebakkelei; gehakketak; gekif; gekrakeel; gemuggezift; geredeneer; geruzie; haarkloverij; muggenzifterij; muggezifterij; vitterij
couper les cheveux en quatre chicane; haarkloverij; spijkers op laag water zoeken

Verwante woorden van "chicane":

  • chicanes