Frans
Uitgebreide vertaling voor champêtre (Frans) in het Nederlands
champêtre:
-
champêtre (rustique; rural; campagnard; de façon rustique; à la paysanne; rustaud; villageois)
-
champêtre (effronté; prétentieux; insolent; rustre; présomptueux; insolemment; sans gêne; prétentieusement; impertinemment; sans façons; effrontément; rustaud; sans vergogne; à la paysanne; rural; grossier; rustique; impertinent; campagnard; villageois; grossièrement; impudent; impudemment; en rustre; de façon rustique; sans se gêner)
onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; respectloos; aanmatigend-
onbeschaamd bijvoeglijk naamwoord
-
onbeschoft bijvoeglijk naamwoord
-
ongegeneerd bijvoeglijk naamwoord
-
respectloos bijvoeglijk naamwoord
-
aanmatigend bijvoeglijk naamwoord
-
-
champêtre (villageois; rustique; rural; grossier; rustre; campagnard; en rustre; rustaud; de façon rustique; à la paysanne)
Vertaal Matrix voor champêtre:
Synoniemen voor "champêtre":
Wiktionary: champêtre
champêtre
adjective
-
Qui appartenir, qui a rapport aux champs.
- champêtre → landelijk
Computer vertaling door derden: