Retardé: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

retarder:
- vertragen; ophouden; temporiseren; rekken; terugvallen; achteropraken
Wiktionary:
- retardé → laat
- retarder → vertragen, aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven
- retarder → uitstellen

Frans

Uitgebreide vertaling voor retardé (Frans) in het Nederlands

retardé:

Synoniemen voor "retardé":

ajourné; reporté; renvoyé; remis

Wiktionary: retardé

retardé

adjective

na het voorziene ogenblik
- laat → en retard; attardé; retardé; tardif

retarder:

retarder werkwoord (retarde, retardes, retardons, retardez, retardent, retardais, retardait, retardions, retardiez, retardaient, retardai, retardas, retarda, retardâmes, retardâtes, retardèrent, retarderai, retarderas, retardera, retarderons, retarderez, retarderont)

retarder (temporiser; ralentir; attarder; cesser; arrêter)
vertragen; ophouden; temporiseren
- vertragen werkwoord (vertraag, vertraagt, vertraagde, vertraagden, vertraagd)
- ophouden werkwoord (houd op, houdt op, hield op, hielden op, opgehouden)
- temporiseren werkwoord (temporiseer, temporiseert, temporiseerde, temporiseerden, getemporiseerd)
retarder (ralentir; temporiser)
vertragen; temporiseren; rekken
- vertragen werkwoord (vertraag, vertraagt, vertraagde, vertraagden, vertraagd)
- temporiseren werkwoord (temporiseer, temporiseert, temporiseerde, temporiseerden, getemporiseerd)
- rekken werkwoord (rek, rekt, rekte, rekten, gerekt)
retarder (perdre du terrain; retomber; rechuter; prendre du retard)
terugvallen; achteropraken
- terugvallen werkwoord (val terug, valt terug, viel terug, vielen terug, teruggevallen)
- achteropraken werkwoord

Conjugations for retarder:

Présent

retarde
retardes
retarde
retardons
retardez
retardent

imparfait

retardais
retardais
retardait
retardions
retardiez
retardaient

passé simple

retardai
retardas
retarda
retardâmes
retardâtes
retardèrent

futur simple

retarderai
retarderas
retardera
retarderons
retarderez
retarderont

subjonctif présent

que je retarde
que tu retardes
qu'il retarde
que nous retardions
que vous retardiez
qu'ils retardent

conditionnel présent

retarderais
retarderais
retarderait
retarderions
retarderiez
retarderaient

passé composé

ai retardé
as retardé
a retardé
avons retardé
avez retardé
ont retardé

divers

retarde!
retardez!
retardons!
retardé
retardant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor retarder:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ophouden		achèvement; action d'arrêter; fin; terminaison
terugvallen		abaissement; chute
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
achteropraken	perdre du terrain; prendre du retard; rechuter; retarder; retomber
ophouden	arrêter; attarder; cesser; ralentir; retarder; temporiser	abandonner; achever; arrêter; bloquer; casser; cesser; conclure; couper; disparaître; débrancher; débrayer; déconnecter; décrocher; décéder; défaire; dégrafer; délimiter; déserter; détacher; dételer; dévisser; en finir; finir; interrompre; laisser; limiter; maintenir; mettre au point; mettre fin à; mourir; parachever; parvenir à enlever; prendre fin; relever; rendre l'âme; renoncer à; résilier; s'achever; s'éteindre; se terminer; soutenir; stopper; suspendre; tenir levé; terminer; être en voie d'extinction; être en voie de disparition; être éliminé
rekken	ralentir; retarder; temporiser	ajourner; allonger; faire traîner les choses en longueur; renvoyer; reporter; repousser; s'étendre; serrer; temporiser; tendre; étendre; étirer
temporiseren	arrêter; attarder; cesser; ralentir; retarder; temporiser
terugvallen	perdre du terrain; prendre du retard; rechuter; retarder; retomber
vertragen	arrêter; attarder; cesser; ralentir; retarder; temporiser	ajourner; faire traîner les choses en longueur; renvoyer; reporter; repousser; temporiser

Synoniemen voor "retarder":

arriérer; différer; remettre; attarder; attendre; traîner; lambiner; musarder; surseoir; diverger; reporter; éloigner; écarter; repousser; pousser; retirer; reculer; rejeter; détourner; chasser; exiler; séparer; freiner; ralentir; enrayer; modérer; contrarier; diminuer; réfréner; brider; proroger; renouveler; rallonger; allonger; prolonger; renvoyer; ajourner; réduire; mettre; rapporter; abolir; reconnaître; guérir; réconcilier; congédier; répercuter; transcrire; référer; reverser; journaliste; refuser; décaler; temporiser; atermoyer

Wiktionary: retarder

retarder

verb

différer, temporiser.
- retarder → vertragen; aanhouden; uitstellen; verdagen; verschuiven

Cross Translation:

From	To	Via
• retarder	→ uitstellen	↔ delay — put off until a later time

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van retardé