Réveil: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

réveil:
- wekker; wektoestel; reveil; reveille; opleving; herleving; opbloei; verlevendiging; wakker maken
Wiktionary:
- réveil → wekker
- réveil → wekker, alarmklok

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

reveil:
- réveil; diane
Wiktionary:
- reveil → renouveau, renouvèlement

Frans

Uitgebreide vertaling voor réveil (Frans) in het Nederlands

réveil:

réveil [le ~] zelfstandig naamwoord

le réveil (sonnerie)
de wekker; wektoestel
- wekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- wektoestel [znw.] zelfstandig naamwoord
le réveil (diane)
het reveil; de reveille
- reveil [het ~] zelfstandig naamwoord
- reveille [de ~] zelfstandig naamwoord
le réveil (hausse; reprise; nouvelle éclosion; résurrection; régénération; renaissance; renouveau)
de opleving; de herleving; de opbloei
- opleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- herleving [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opbloei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le réveil (vivification; régénération)
de verlevendiging
- verlevendiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
le réveil
wakker maken
- wakker maken [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor réveil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herleving	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil	retour sur scène
opbloei	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil	floraison; épanouissement
opleving	hausse; nouvelle éclosion; renaissance; renouveau; reprise; régénération; résurrection; réveil
reveil	diane; réveil
reveille	diane; réveil
verlevendiging	régénération; réveil; vivification
wakker maken	réveil
wekker	réveil; sonnerie
wektoestel	réveil; sonnerie
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wakker maken		réveiller

Synoniemen voor "réveil":

diane; signal; sonnerie; avertissement; réveille-matin; éveil; pendule; pendulette; revitalisation; reviviscence; survivance; conservation; continuation; survie; tradition; souvenir; rémanence; reste; persistance; permanence; suite

Wiktionary: réveil

réveil

noun

cessation du sommeil, retour à l'éveil.
- réveil → wekker

Cross Translation:

From	To	Via
• réveil	→ wekker; alarmklok	↔ alarm — mechanical contrivance for awaking
• réveil	→ wekker	↔ alarm clock — type of clock
• réveil	→ wekker	↔ Wecker — Uhr, die zu einer vorher eingestellten Zeit ein Signal gibt

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van réveil

réveil de voyage

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor réveil (Nederlands) in het Frans

reveil:

reveil [het ~] zelfstandig naamwoord

het reveil (reveille)
le réveil; la diane
- réveil [le ~] zelfstandig naamwoord
- diane [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor reveil:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
diane	reveil; reveille
réveil	reveil; reveille	herleving; opbloei; opleving; verlevendiging; wakker maken; wekker; wektoestel

Wiktionary: reveil

reveil

noun

retour du printemps ; début du printemps.
- renouveau → vernieuwing; reveil
action de renouveler ou de se renouveler, résultat de cette action.
- renouvèlement → vernieuwing; reveil; hernieuwing; renovatie

Computer vertaling door derden:

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: réveil

Uitgebreide vertaling voor réveil (Frans) in het Nederlands

réveil:

réveil [le ~] zelfstandig naamwoord

le réveil (sonnerie)

le réveil (diane)

le réveil (hausse; reprise; nouvelle éclosion; résurrection; régénération; renaissance; renouveau)

le réveil (vivification; régénération)

le réveil