Inflammation: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor inflammation (Frans) in het Nederlands

l'inflammation (infection)
de ontsteking; de infectie
- ontsteking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- infectie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'inflammation
de ontbranding
- ontbranding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'inflammation (fait de prendre feu; ignition; allumage; déflagration; fait de s'enflammer)
ontbranden; ontvlammen
- ontbranden [znw.] zelfstandig naamwoord
- ontvlammen [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
infectie	infection; inflammation
ontbranden	allumage; déflagration; fait de prendre feu; fait de s'enflammer; ignition; inflammation
ontbranding	inflammation
ontsteking	infection; inflammation	mèche; mèche à allumer
ontvlammen	allumage; déflagration; fait de prendre feu; fait de s'enflammer; ignition; inflammation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ontbranden		allumer; s'enflammer
ontvlammen		allumer; s'enflammer

angine; amygdalite; angor; bronchite; aréole; halo; toux; broncho-pneumonie; brûlure; aigreur; ampoule; cloque; feu; irradiation; irritation; insolation; ulcération; rougeur; combustion; ignition; calcination; incendie; incinération; oxydation; chauffage; déflagration; coryza; catarrhe; écoulement; rhume de cerveau; furoncle; anthrax; bouton; clou; bourbillon; phlegmon; abcès; oedème; gonflement; enflure; tuméfaction; phlébite; thrombose; érubescence; rubéfaction; couperose; érythème

Cross Translation:

From	To	Via
• inflammation	→ pijnlijke ruwe plek; schaafwonde	↔ chafe — injury or wear caused by friction
• inflammation	→ ontsteking	↔ Entzündung — Medizin: Erkrankung eines Körperorgans, die sich durch Rötung, Anschwellung und Schmerzen bemerkbar macht
• inflammation	→ ontsteking	↔ Entzündung — in Flammen aufgehen eines brennbaren Materials; leitet eine Verbrennung ein