Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
direct:
- onmiddellijk; meteen; direct; gelijk; terstond; dadelijk; gauw; gezwind; rechtstreeks; linea recta; regelrecht; openlijk; ronduit; ongezouten; directe; oprecht; echt; eerlijk; menens; aanstonds; duidelijk; recht door zee; onverwijld; zo meteen; rondborstig; fideel; trouwhartig; openhartig
- tramkaartje; vriend; spitsbroeder; gabber; compagnon; kameraadje; kameraad; kompaan; kornuit; maat; makker; gezel; maatje; pal
-
Wiktionary:
- direct → direct, live, recht, rechtstreeks
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
-
direct:
- direct; carrément; sans détours; tout de suite; immédiatement; à bref délai; vite; aussitôt; tantôt; bientôt; prochain; presque; directement; prochainement; avant peu; dans un instant; rapidement; tout à l'heure; prompt; sous peu; d'ici peu; promptement; immédiat; en même temps; tout droit; en ligne droite; simultané; perpendiculaire; perpendiculairement; sur-le-champ; dans une minute; à l'instant; sur l'heure; sans délai; évident; net; vertical; verticalement
-
Wiktionary:
- direct → direct, debout, droit, immédiat
- direct → directement, immédiatement, tout de suite, immédiat
Frans
Uitgebreide vertaling voor direct (Frans) in het Nederlands
direct:
-
direct (tout de suite; immédiatement; directement; immédiat; en même temps; tout droit; en ligne droite; simultané)
-
direct (immédiat; immédiatement; directement; promptement)
-
direct (directement; perpendiculaire; perpendiculairement; tout droit)
rechtstreeks; direct; linea recta; regelrecht-
rechtstreeks bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
linea recta bijvoeglijk naamwoord
-
regelrecht bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (carrément; sans détours; droit; franchement; ouvertement; franc; tout droit; avec franchise)
-
direct (carrément; sans détours)
-
direct (directement)
-
direct (adroit; honnête; sincère; vrai; intègre; franc; par où; de bonne foi; en quoi; dans lequel; sur laquelle; sur lesquels; où; à quoi; sur lequel; sur quoi; sur lesquelles)
-
direct (tout à l'heure; tout de suite; immédiatement; à bref délai; vite; aussitôt; tantôt; bientôt; prochain; presque; directement; prochainement; avant peu; dans un instant; rapidement; prompt; sous peu; d'ici peu)
-
direct (évident; perpendiculaire; perpendiculairement; net; vertical; verticalement)
duidelijk; recht door zee; regelrecht; direct-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
recht door zee bijvoeglijk naamwoord
-
regelrecht bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (immédiat; immédiatement; sans délai; tout de suite; directement; aussitôt; prompt; sur-le-champ; promptement; à l'instant)
onverwijld-
onverwijld bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (dans une minute; tout de suite; sur-le-champ; immédiatement; prompt; à l'instant; sur l'heure; sans délai)
-
direct (honnête; réel; vraiment; véritable; sincère; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; vrai; fidèle; carrément; réellement; véritablement; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours)
rondborstig; eerlijk; oprecht; fideel; trouwhartig; openhartig-
rondborstig bijvoeglijk naamwoord
-
eerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
oprecht bijvoeglijk naamwoord
-
fideel bijvoeglijk naamwoord
-
trouwhartig bijvoeglijk naamwoord
-
openhartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
le direct (ticket de tram; billet de voyage; billet; carte de visite; souche de tram)
het tramkaartje -
le direct (ami; copain; bien-aimé; petit ami; amie; ami intime; bon ami; compagnon; bonne amie; camarade; petit copain; copine; associé; compagne)
Vertaal Matrix voor direct:
Synoniemen voor "direct":
Verwante vertalingen van direct
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor direct (Nederlands) in het Frans
direct:
-
direct (ongezouten)
direct; carrément; sans détours-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
carrément bijvoeglijk naamwoord
-
sans détours bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (aanstonds; terstond)
tout de suite; immédiatement; à bref délai; vite; aussitôt; tantôt; bientôt; prochain; presque; directement; prochainement; direct; avant peu; dans un instant; rapidement; tout à l'heure; prompt; sous peu; d'ici peu-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
à bref délai bijvoeglijk naamwoord
-
vite bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
tantôt bijvoeglijk naamwoord
-
bientôt bijvoeglijk naamwoord
-
prochain bijvoeglijk naamwoord
-
presque bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
prochainement bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
avant peu bijvoeglijk naamwoord
-
dans un instant bijvoeglijk naamwoord
-
rapidement bijvoeglijk naamwoord
-
tout à l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
sous peu bijvoeglijk naamwoord
-
d'ici peu bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (gezwind; gauw)
immédiatement; direct; directement; promptement; immédiat-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (meteen; onmiddellijk; gelijk; terstond; dadelijk)
immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
en même temps bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
tout droit bijvoeglijk naamwoord
-
en ligne droite bijvoeglijk naamwoord
-
simultané bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (rechtstreeks; linea recta; regelrecht)
directement; direct; perpendiculaire; perpendiculairement; tout droit-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculaire bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculairement bijvoeglijk naamwoord
-
tout droit bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (zo meteen; dadelijk)
tout de suite; sur-le-champ; immédiatement; dans une minute; direct; prompt; à l'instant; sur l'heure; sans délai-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
dans une minute bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
sur l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
sans délai bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (zo meteen; zo)
dans un instant; dans une minute; tout à l'heure-
dans un instant bijvoeglijk naamwoord
-
dans une minute bijvoeglijk naamwoord
-
tout à l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
-
direct (recht door zee; duidelijk; regelrecht)
évident; perpendiculaire; direct; perpendiculairement; net; vertical; verticalement-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculaire bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculairement bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
vertical bijvoeglijk naamwoord
-
verticalement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor direct:
Verwante woorden van "direct":
Synoniemen voor "direct":
Antoniemen van "direct":
Verwante definities voor "direct":
Wiktionary: direct
direct
Cross Translation:
adjective
direct
-
zonder te wachten, zonder iets daartussen
- direct → direct
adjective
-
marine|fr aéro|fr Qualifie un vent quand il est en sens contraire au mouvement de l’aéronef, du navire, etc.
-
Qui est droit, qui ne taire aucun détour.
- direct → direct; live; recht; rechtstreeks
-
Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la
- droit → direct; live; recht; rechtstreeks; haaks; rechthoekig; loodrecht; loyaal; trouw; getrouw; trouwhartig; rechter-; rechts; vandehands
-
Qui agir, qui produire sans intermédiaire.
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• direct | → immédiatement; tout de suite | ↔ at once — immediately |
• direct | → directement | ↔ directly — in a direct manner |
• direct | → immédiat | ↔ immediate — without delay |
• direct | → tout de suite; immédiatement | ↔ immediately — in an immediate manner |