Frans
Uitgebreide vertaling voor désaccorder (Frans) in het Nederlands
désaccorder: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- dès: uit; weg; vanaf deze plaats
- accorder: instemmen; akkoord gaan; afspreken; iets overeenkomen; toestaan; goed vinden; toestemmen; toewijzen; toekennen; toebedelen; iets toekennen; verlenen; overgeven; afstaan; inwilligen; vergunnen; afstemmen; afstellen; geven; schenken; doneren; laten; toelaten; permitteren; overeenbrengen; gunnen; autoriseren; gunst verlenen; gelijkschakelen
Wiktionary: désaccorder
désaccorder
verb
-
mettre en désaccord; parler de fiancés qui rompre leur engagement mutuel.
- désaccorder → ontstemmen