Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: à la fois

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: à la fois

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

à la fois:
- Wiktionary:
  à la fois → beide
  à la fois → tegelijk, tegelijkertijd, ineens
- Gebruikers suggesties voor à la fois:
  tegelijk

Frans

Uitgebreide vertaling voor à la fois (Frans) in het Nederlands

à la fois: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

A: EVERYONE; A
avoir: hebben; bezitten; beschikken over; in eigendom hebben; afzetten; bedriegen; oplichten; misleiden; belazeren; bedonderen; besodemieteren; beduvelen; zwendelen; bezit; tegoed; baten; activa; vermogen; geldelijk vermogen; creditnota
à: naar; toe; naar toe; in; te; van; aan; bij; erbij; erop; ergens naartoe; via; ter; à; daaraan
ça: het
la: de
là: daar; daarheen; die kant uit; daarginds; ginder; ginds; aldaar; bij; erbij; erop
fois: keer; maal

Wiktionary: à la fois

à la fois

number

alletwee
- beide → à la fois

Cross Translation:

From	To	Via
• à la fois	→ tegelijk	↔ at a time — in a continuous period
• à la fois	→ tegelijkertijd; ineens; tegelijk	↔ at once — at the same time

Verwante vertalingen van à la fois

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor à la fois (Nederlands) in het Frans

Verwante vertalingen van à la fois

à
A
la