Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pays:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor pays (Frans) in het Nederlands

pays:

pays [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le pays (nations)
    de landen
    • landen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor pays:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
landen nations; pays
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
landen arriver dans; arriver à l'aéroport; aterrir dans; atterrir; descendre; descendre pour atterrir; glisser; se poser; se poser à terre; se retrouver; tomber; échouer

Synoniemen voor "pays":


Wiktionary: pays

pays
noun
  1. territoire d’une nation.
pays
noun
  1. een geografisch gebied aan één bepaald gezag onderworpen

Cross Translation:
FromToVia
pays land country — region of land
pays land country — nation state
pays land land — country or region
pays vaderland; land land — someone's homeplace
pays -land -land — ein Ortsnamengrundwort für Land, Fläche, wirtschaftlich genutztes Gebiet bzw. daran oder darauf befindliche Siedlungen

Verwante vertalingen van pays