Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: résumé

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: résumé

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. résumé:
  2. résumer:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. resumé:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor résumé (Frans) in het Nederlands

résumé:

résumé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le résumé (récapitulation; abrégé; condensé)
    de samenvatting; het resumé; het uittreksel; het extract; het excerpt
  2. le résumé
    korte inhoud
  3. le résumé
    de samenvatting
  4. le résumé (plan; plan municipal; dessin des lieux; )
    de plattegrond; het grondplan; de stadskaart
  5. le résumé (dessin des lieux; aperçu de la situation; plan; )
    de situatieschets; de situatietekening

résumé bijvoeglijk naamwoord

  1. résumé (concis; bref; brièvement; )
    bondig; kort
    • bondig bijvoeglijk naamwoord
    • kort bijvoeglijk naamwoord
  2. résumé (sommaire; bref; brièvement; )
    samengevat

Vertaal Matrix voor résumé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
excerpt abrégé; condensé; récapitulation; résumé
extract abrégé; condensé; récapitulation; résumé
grondplan abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; plan municipal; projet de base; récapitulation; résumé; sommaire
korte inhoud résumé
plattegrond abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; plan municipal; projet de base; récapitulation; résumé; sommaire carte d'orientation; plan; plan d'étage
resumé abrégé; condensé; récapitulation; résumé C.V; C.V.; curriculum vitae
samenvatting abrégé; condensé; récapitulation; résumé
situatieschets abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; récapitulation; résumé; sommaire
situatietekening abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; récapitulation; résumé; sommaire
stadskaart abrégé; aperçu; aperçu de la situation; condensé; dessin; dessin des lieux; exposé; plan; plan municipal; projet de base; récapitulation; résumé; sommaire
uittreksel abrégé; condensé; récapitulation; résumé
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bondig bref; brièvement; concis; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement au minimum; bref; brièvement; concis; minimal; minime; sommaire; succinct; succinctement
kort bref; brièvement; concis; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
samengevat bref; brièvement; d'une façon concise; récapitulé; résumé; sommaire; sommairement; succinct; succinctement

Synoniemen voor "résumé":


Wiktionary: résumé

résumé
noun
  1. een beknopte beschrijving van een inhoud
Cross Translation:
FromToVia
• résumé → samenvatting; korte inhoud ↔ abstract — an abrigement or summary
• résumé → belichaming; verwezenlijking; personificatie ↔ epitome — embodiment or encapsulation of
• résumé → excerpt; uittreksel; synopsis; samenvatting ↔ epitome — summary
• résumé → overzicht ↔ overview — brief summary, as of a book or a presentation
• résumé → samenvatting; overzicht; opsomming ↔ summary — condensed presentation
• résumé → conclusie ↔ Fazit — Ergebnis, Resümee, Zusammenfassung

résumé vorm van résumer:

résumer werkwoord (résume, résumes, résumons, résumez, )

  1. résumer (faire un résumé de; récapituler)
    recapituleren; samenvatten; kort samenvatten
    • recapituleren werkwoord (recapituleer, recapituleert, recapituleerde, recapituleerden, gerecapituleerd)
    • samenvatten werkwoord (vat samen, vatde samen, vatden samen, samengevat)
    • kort samenvatten werkwoord (vat 't kort samen, vatte 't kort samen, vatten 't kort samen, 't kort samengevat)
  2. résumer (reprendre le fil; reprendre; refaire; répéter; se répéter)
    hervatten; hernemen; de draad weer oppakken
  3. résumer (donner une lecture succincte)
    kort weergeven; samenvatten
  4. résumer (abréger; réduire; raccourcir; écourter)
    afkorten
    • afkorten werkwoord (kort af, kortte af, kortten af, afgekort)
  5. résumer (récapituler)
    resumeren
    • resumeren werkwoord (resumeer, resumeert, resumeerde, resumeerden, geresumeerd)
  6. résumer (écourter; raccourcir; abréger; réduire)
    inkorten; korten
    • inkorten werkwoord (kort in, kortte in, kortten in, ingekort)
    • korten werkwoord (kort, kortte, kortten, gekort)

Conjugations for résumer:

Présent
  1. résume
  2. résumes
  3. résume
  4. résumons
  5. résumez
  6. résument
imparfait
  1. résumais
  2. résumais
  3. résumait
  4. résumions
  5. résumiez
  6. résumaient
passé simple
  1. résumai
  2. résumas
  3. résuma
  4. résumâmes
  5. résumâtes
  6. résumèrent
futur simple
  1. résumerai
  2. résumeras
  3. résumera
  4. résumerons
  5. résumerez
  6. résumeront
subjonctif présent
  1. que je résume
  2. que tu résumes
  3. qu'il résume
  4. que nous résumions
  5. que vous résumiez
  6. qu'ils résument
conditionnel présent
  1. résumerais
  2. résumerais
  3. résumerait
  4. résumerions
  5. résumeriez
  6. résumeraient
passé composé
  1. ai résumé
  2. as résumé
  3. a résumé
  4. avons résumé
  5. avez résumé
  6. ont résumé
divers
  1. résume!
  2. résumez!
  3. résumons!
  5. résumé
  6. résumant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor résumer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkorten abréviation; action d'abréger
inkorten abrègement; raccourcissement
korten diminution; élagage
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkorten abréger; raccourcir; réduire; résumer; écourter
de draad weer oppakken refaire; reprendre; reprendre le fil; répéter; résumer; se répéter
hernemen refaire; reprendre; reprendre le fil; répéter; résumer; se répéter
hervatten refaire; reprendre; reprendre le fil; répéter; résumer; se répéter redire; refaire; renouer; renouveler; reprendre; revitaliser; régénérer; répéter; se répéter
inkorten abréger; raccourcir; réduire; résumer; écourter diminuer; raccourcir; réduire; écourter
kort samenvatten faire un résumé de; récapituler; résumer
kort weergeven donner une lecture succincte; résumer
korten abréger; raccourcir; réduire; résumer; écourter amoindrir; baisser; couper; diminuer; diminuer ses dépenses; donner un coup de ciseaux; découper; raccourcir; réduire; se garder de; se restreindre; tailler; économiser; épargner
recapituleren faire un résumé de; récapituler; résumer
resumeren récapituler; résumer
samenvatten donner une lecture succincte; faire un résumé de; récapituler; résumer faire des extraits

Synoniemen voor "résumer":


Wiktionary: résumer

résumer
verb
  1. resserrer et rendre en peu de paroles ce qu’il y a de plus important dans une discussion, dans un discours, dans un argument.
Cross Translation:
FromToVia
• résumer → excerperen; samenvatten ↔ epitomize — make an epitome
• résumer → samenvatten; opsommen ↔ summarize — To prepare a summary
• résumer → samenvatten ↔ wrap up — To summarize or recapitulate

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van résumé



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor résumé (Nederlands) in het Frans

resumé:

resumé [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het resumé (samenvatting; uittreksel; extract; excerpt)
    le résumé; la récapitulation; l'abrégé; le condensé
  2. het resumé (curriculum vitae; cv)
    le curriculum vitae; C.V.; C.V

Vertaal Matrix voor resumé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrégé excerpt; extract; resumé; samenvatting; uittreksel grondplan; plattegrond; situatieschets; situatietekening; stadskaart
condensé excerpt; extract; resumé; samenvatting; uittreksel grondplan; plattegrond; situatieschets; situatietekening; stadskaart
curriculum vitae curriculum vitae; cv; resumé curriculum vitae; cv
récapitulation excerpt; extract; resumé; samenvatting; uittreksel grondplan; herhaalde oefening; herhaling; plattegrond; recapitulatie; repetitie; situatieschets; situatietekening; stadskaart
résumé excerpt; extract; resumé; samenvatting; uittreksel grondplan; korte inhoud; plattegrond; samenvatting; situatieschets; situatietekening; stadskaart
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
C.V curriculum vitae; cv; resumé
C.V. curriculum vitae; cv; resumé curriculum vitae; cv
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abrégé beknopt; bekort; ingekort; verkort
résumé bondig; kort; samengevat

Verwante woorden van "resumé":

  • resumés

Wiktionary: resumé

resumé
noun
  1. Écrit ou discours dans lequel on rendre d’une manière succincte ce qui est ou ce qui pouvoir être plus développer.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1209 seconde
Page rendered in 1.0 seconds