Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: modèle

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: modèle

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. modèle:
  2. modeler:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor modèle (Frans) in het Nederlands

modelé:


Synoniemen voor "modelé":

  • acyclique; apériodique; hors cycle; aléatoire; pétri

modèle:

modèle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le modèle (mannequin; cover-girl)
    het fotomodel; het model
    • fotomodel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • model [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. le modèle (prototype; maquette)
    het prototype; het model
    • prototype [het ~] zelfstandig naamwoord
    • model [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le modèle (exemple)
    het voorbeeld
  4. le modèle (pochoir; moule; patron)
    de sjabloon; modelvorm; de sjablone; de mal
    • sjabloon [de ~] zelfstandig naamwoord
    • modelvorm [znw.] zelfstandig naamwoord
    • sjablone [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le modèle (spécimen; échantillon; monstre; )
    het specimen; het monster; de staal; het staaltje; de proeve; het model; het proefje
    • specimen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • monster [het ~] zelfstandig naamwoord
    • staal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • staaltje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • proeve [de ~] zelfstandig naamwoord
    • model [het ~] zelfstandig naamwoord
    • proefje [het ~] zelfstandig naamwoord
  6. le modèle (dessin; patron; motif)
    de dessin; de patroon; het motief; de tekening
    • dessin [de ~] zelfstandig naamwoord
    • patroon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • motief [het ~] zelfstandig naamwoord
    • tekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  7. le modèle (moule; forme modèle; forme; matrice)
    de matrijs; de mal; modelvorm; de vorm; de gietvorm
    • matrijs [de ~] zelfstandig naamwoord
    • mal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • modelvorm [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gietvorm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  8. le modèle (mannequin)
    het model; de mannequin
    • model [het ~] zelfstandig naamwoord
    • mannequin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  9. le modèle (patron)
    de patroon; raderblad
    • patroon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • raderblad [znw.] zelfstandig naamwoord
  10. le modèle (numéro de série)
    het serienummer
  11. le modèle (personne qui sert de guide; guide; mentor; )
    de gids; de begeleider; de loods; de leidsman
    • gids [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • begeleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loods [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • leidsman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  12. le modèle (modèle de couleurs)
    het schema; het kleurenschema
  13. le modèle (modèle de document)
    de sjabloon; documentsjabloon
  14. le modèle
    de sjabloon

modèle

  1. modèle
    het model
    • model [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor modèle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begeleider guide; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur guide; mentor; tuteur
dessin dessin; modèle; motif; patron
fotomodel cover-girl; mannequin; modèle
gids guide; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur guide; guide touristique; livret d'instructions; manager; mentor; notice explicative; tuteur
gietvorm forme; forme modèle; matrice; modèle; moule
kleurenschema modèle; modèle de couleurs schéma de couleurs
leidsman guide; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur chef d'équipe; contremaître; patron
loods guide; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur baraque; baraque de chantier; cabine; chaumière; décharge; grange; hangar; remise
mal forme; forme modèle; matrice; modèle; moule; patron; pochoir
mannequin mannequin; modèle mannequin
matrijs forme; forme modèle; matrice; modèle; moule forme; matrice; moule
model cover-girl; exemplaire; exemple; mannequin; maquette; modèle; monstre; numéro; prototype; spécimen; type; échantillon dessin préalable; esquisse; forme de base
modelvorm forme; forme modèle; matrice; modèle; moule; patron; pochoir
monster exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon bête; gnome; monstre; sale cabot
motief dessin; modèle; motif; patron mobile; motif; motivation
patroon dessin; modèle; motif; patron cartouche de balles; chef; directeur; maître; mentor; parrain; patron; principal; supérieur; titualaire; tête
proefje exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon
proeve exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon
prototype maquette; modèle; prototype maquette; prototype
raderblad modèle; patron
schema modèle; modèle de couleurs diagramme; schéma
serienummer modèle; numéro de série numéro de série
sjablone modèle; moule; patron; pochoir
sjabloon modèle; modèle de document; moule; patron; pochoir
specimen exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon
staal exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon acier; alliage ferreux; fer
staaltje exemplaire; exemple; maquette; modèle; monstre; numéro; spécimen; type; échantillon
tekening dessin; modèle; motif; patron art du dessin; autographe; croquis; dessin; esquisse; illustration dessinée; image; signature; souscription; ébauche
voorbeeld exemple; modèle dessin préalable; esquisse
vorm forme; forme modèle; matrice; modèle; moule air; air de quelqu'un; allure; apparence; aspect; configuration; contour; dehors; extérieur; façon; figure; forme; manière; marge; mine; moulage; moule; physique; plâtre; posture; surmoulage; être en forme
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mal absurde; brumeux; bête; cinglé; d'une manière imbécile; dingue; débile; délirant; dément; dérangé; effréné; farfelu; folle; follement; fou; frénétique; idiot; idiotement; imbécile; loufoque; perturbé; sot; sottement; stupide; toqué; troublé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
documentsjabloon modèle; modèle de document
patroon motif
tekening dessin
- modèle d'ordinateur virtuel

Synoniemen voor "modèle":


Wiktionary: modèle

modèle
noun
  1. exemple qui doit être imité
Cross Translation:
FromToVia
• modèle → dessin ↔ design — pattern
• modèle → mannequin; model ↔ model — person
• modèle → model ↔ model — simplified representation
• modèle → model ↔ model — style
• modèle → model ↔ model — structural design
• modèle → sjabloon ↔ pattern — that from which a copy is made
• modèle → stijl ↔ style — manner of doing things
• modèle → sjabloon; malplaatje ↔ template — physical object
• modèle → voorbeeld; patroon; dessin ↔ Muster — konkret: eine gleichbleibende Struktur, die einer sich wiederholenden Sache zugrundeliegt
• modèle → voorbeeld; patroon ↔ Muster — übertragen: ein Handlungsablauf oder eine Denk-, Gestaltungs- oder Verhaltensweise, die zur gleichförmigen Wiederholung (Reproduktion) bestimmt ist
• modèle → rolmodel ↔ Vorbild — eine Person, ein Modell, mit dem man sich identifizieren kann, oder eine Person mit beträchtlichem Ansehen beim Beobachtenden, welches zum Nachahmen einlädt.

modeler:

modeler werkwoord (modèle, modèles, modelons, modelez, )

  1. modeler (façonner; former; exister; )
    vormen; vorm geven; modelleren; boetseren
    • vormen werkwoord (vorm, vormt, vormde, vormden, gevormd)
    • vorm geven werkwoord
    • modelleren werkwoord (modelleer, modelleert, modelleerde, modelleerden, gemodelleerd)
    • boetseren werkwoord (boetseer, boetseert, boetseerde, boetseerden, geboetseerd)
  2. modeler (former; façonner; mouler)
    vervaardigen; kneden; vormen; modelleren; maken
    • vervaardigen werkwoord
    • kneden werkwoord (kneed, kneedt, kneedde, kneedden, gekneed)
    • vormen werkwoord (vorm, vormt, vormde, vormden, gevormd)
    • modelleren werkwoord (modelleer, modelleert, modelleerde, modelleerden, gemodelleerd)
    • maken werkwoord (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)
  3. modeler (former; styliser; donner forme à quelque chose)
    vormgeven
    • vormgeven werkwoord (geef vorm, geeft vorm, gaf vorm, gaven vorm, vormgegeven)

Conjugations for modeler:

Présent
  1. modèle
  2. modèles
  3. modèle
  4. modelons
  5. modelez
  6. modèlent
imparfait
  1. modelais
  2. modelais
  3. modelait
  4. modelions
  5. modeliez
  6. modelaient
passé simple
  1. modelai
  2. modelas
  3. modela
  4. modelâmes
  5. modelâtes
  6. modelèrent
futur simple
  1. modèlerai
  2. modèleras
  3. modèlera
  4. modèlerons
  5. modèlerez
  6. modèleront
subjonctif présent
  1. que je modèle
  2. que tu modèles
  3. qu'il modèle
  4. que nous modelions
  5. que vous modeliez
  6. qu'ils modèlent
conditionnel présent
  1. modèlerais
  2. modèlerais
  3. modèlerait
  4. modèlerions
  5. modèleriez
  6. modèleraient
passé composé
  1. ai modelé
  2. as modelé
  3. a modelé
  4. avons modelé
  5. avez modelé
  6. ont modelé
divers
  1. modèle!
  2. modelez!
  3. modelons!
  5. modelé
  6. modelant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor modeler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
maken confection; création; fabrication; production; réalisation; élaboration
vervaardigen fabrication; réalisation
vormen acte de civiliser; civilisation; développement; éducation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boetseren exister; faire du modelage; façonner; former; modeler; mouler; pétrir; travailler
kneden façonner; former; modeler; mouler
maken façonner; former; modeler; mouler adapter; ajuster; concevoir; confectionner; construire; créer; dépanner; fabriquer; faire; faire un prix d'ami à quelqu'un; former; mettre au point; pistonner; produire; raccommoder; rapiécer; reconstituer; remettre en état; renouveler; restaurer; réaliser; régler; rénover; réparer; rétablir; élaborer
modelleren exister; faire du modelage; façonner; former; modeler; mouler; pétrir; travailler
vervaardigen façonner; former; modeler; mouler créer; fabriquer; produire
vorm geven exister; faire du modelage; façonner; former; modeler; mouler; pétrir; travailler
vormen exister; faire du modelage; façonner; former; modeler; mouler; pétrir; travailler donner corps à; former; nourrir; prendre soin de; éduquer; élever
vormgeven donner forme à quelque chose; former; modeler; styliser

Synoniemen voor "modeler":


Wiktionary: modeler

modeler
verb
  1. façonner une matière molle pour en faire une forme.
Cross Translation:
FromToVia
• modeler → boetseren; modelleren; vormen ↔ hew — to shape; to form
• modeler → modelleren ↔ model — create from a substance

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van modèle







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0731 seconde
Page rendered in 1.0 seconds