Cessation: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

cessation:
- beëindiging; sluiting; einde; slot; beëindigen; opheffen; opheffing; stagnatie; stilstand

Frans

Uitgebreide vertaling voor cessation (Frans) in het Nederlands

cessation:

cessation [la ~] zelfstandig naamwoord

la cessation (achèvement; clôture; fin)
de beëindiging; de sluiting; het einde; het slot
- beëindiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- sluiting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- einde [het ~] zelfstandig naamwoord
- slot [het ~] zelfstandig naamwoord
la cessation
beëindigen; opheffen; de opheffing
- beëindigen [znw.] zelfstandig naamwoord
- opheffen [znw.] zelfstandig naamwoord
- opheffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la cessation (stagnation; immobilité; bouchon; arrêt; embouteillage; encombrement; cumul; obstruction; constipation; amoncellement; entassement)
de stagnatie; de stilstand
- stagnatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- stilstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cessation:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beëindigen	cessation
beëindiging	achèvement; cessation; clôture; fin
einde	achèvement; cessation; clôture; fin	arrivée; bout; conclusion; dénouement; fin; finale; finish; issue; ligne d'arrivée; résultat
opheffen	cessation	abrogation; action de révoquer; dédit; révocation
opheffing	cessation	fermeture; levée; liquidation; relèvement; soulèvement; suppression; surgissement; élévation
slot	achèvement; cessation; clôture; fin	bastion; cadenas de vélo; château; château fort; citadelle; fort; forteresse; palais; serrure; serrure de porte
sluiting	achèvement; cessation; clôture; fin	barrage; clôture; fermeture; fermeture à glissière; fermeture éclair; fermoir; tirette; verrouillage; zip
stagnatie	amoncellement; arrêt; bouchon; cessation; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; entassement; immobilité; obstruction; stagnation	immobilité; stagnation
stilstand	amoncellement; arrêt; bouchon; cessation; constipation; cumul; embouteillage; encombrement; entassement; immobilité; obstruction; stagnation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beëindigen		accomplir; achever; arrêter; briser; casser; cesser; compléter; compléter quelque chose; conclure; couper; délimiter; déroger; effectuer; en finir; exécuter; faire; finir; interrompre; limiter; mettre au point; mettre fin à; parachever; parfaire; parvenir à enlever; prendre fin; rompre; résilier; réussir à achever; s'achever; s'acquitter de; se terminer; stopper; supprimer; suspendre; tenir levé; terminer; transgresser
opheffen		abolir; annihiler; annuler; briser; dissoudre; déboutonner; décrocher; dénouer; déroger; détruire; fermer; hisser; interrompre; lever; liquider; monter; rompre; résilier; résoudre; soulever; supprimer; transgresser; élever

Synoniemen voor "cessation":

abandon; rernoncement; délaissement; arrêt; fin; interruption; suspension; répit; rémission; relâche; apaisement; suppression; discontinuité; intermittence; extinction; disparition; épuisement; destruction; annulation; coupure; pause; halte; entracte; rupture; hiatus; vacance; chômage; abolition; abrogation; dérogation; élimination; liquidation

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van cessation

cessation de travail

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: cessation

Uitgebreide vertaling voor cessation (Frans) in het Nederlands

cessation:

cessation [la ~] zelfstandig naamwoord

la cessation (achèvement; clôture; fin)

la cessation

la cessation (stagnation; immobilité; bouchon; arrêt; embouteillage; encombrement; cumul; obstruction; constipation; amoncellement; entassement)

Vertaal Matrix voor cessation:

Synoniemen voor "cessation":

Verwante vertalingen van cessation