Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. armistice:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor armistice (Frans) in het Nederlands

armistice:

armistice [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'armistice (trêve; cessez-le-feu)
    het bestand
    • bestand [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'armistice (trêve)
    de wapenstilstand
  3. l'armistice (abandon du combat; reddition)
    overgeven; opgave van de strijd

Vertaal Matrix voor armistice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestand armistice; cessez-le-feu; trêve fichier
opgave van de strijd abandon du combat; armistice; reddition
overgeven abandon du combat; armistice; reddition vomissement
wapenstilstand armistice; trêve
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overgeven accorder; capituler; concéder; cracher; céder; donner; dégueuler; déléguer; déposer; faire circuler; laisser; livrer; offrir; passer quelque chose à quelqu'un; porter; présenter; remettre; rendre; rendre les armes; renoncer; s'avouer vaincu; se livrer; se rendre; tendre quelque chose à quelqu'un; transmettre; vomir
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestand de taille à

Synoniemen voor "armistice":


Wiktionary: armistice

armistice
noun
  1. Arrêt provisoire des hostilités convenu par les combattants
armistice
noun
  1. een overeenkomst met de vijand om de vijandelijkheden op te schorten

Cross Translation:
FromToVia
armistice wapenstilstand; staakt-het-vuren armistice — formal agreement to end fighting