Égarement: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

égarement:
- fout; vergissing; misgreep; dwaling; misslag; abuis; afdwalen; afdwaling; verwarring; verwardheid; blunder; domheid; giller; flater; perplexheid; verdwaasdheid; verbijstering; ontsteldheid; verbouwereerdheid; uitzinnigheid; verdwazing

Frans

Uitgebreide vertaling voor égarement (Frans) in het Nederlands

égarement:

égarement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'égarement (erreur; faute; gaffe; méprise; défaut; lapsus; errance; bévue; coup manqué)
de fout; de vergissing; de misgreep; de dwaling; de misslag; het abuis
- fout [de ~] zelfstandig naamwoord
- vergissing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- misgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dwaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- misslag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- abuis [het ~] zelfstandig naamwoord
l'égarement (aberration; digression; écart)
de dwaling; afdwalen; de afdwaling
- dwaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afdwalen [znw.] zelfstandig naamwoord
- afdwaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égarement (confusion; embrouillement; affolement; ahurissement; déconcertation)
de verwarring; de verwardheid
- verwarring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égarement (bévue; faute; gaffe; méprise; coup manqué; erreur; défaut; errance; lapsus)
de blunder; de domheid; de misgreep; de giller; de flater
- blunder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- domheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- misgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- giller [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- flater [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'égarement (ahurissement)
perplexheid; verdwaasdheid
- perplexheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- verdwaasdheid [znw.] zelfstandig naamwoord
l'égarement (perplexité; confusion; affolement; trouble; ahurissement; embrouillement; ébahissement; déconcertation)
de verbijstering; ontsteldheid; de verbouwereerdheid
- verbijstering [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ontsteldheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- verbouwereerdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'égarement (folie; abrutissement)
de uitzinnigheid; de verdwazing; verdwaasdheid
- uitzinnigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verdwazing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verdwaasdheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor égarement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abuis	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement
afdwalen	aberration; digression; écart; égarement
afdwaling	aberration; digression; écart; égarement
blunder	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; gaffe; lapsus; maladresse; méprise; énormité
domheid	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement
dwaling	aberration; bévue; coup manqué; digression; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; écart; égarement
flater	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	bévue; erreur; faute; gaffe; maladresse; énormité
fout	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	avarie; bogue; bévue; coup manqué; coup raté; dommage; défaillance; défaut; dérangement; errance; erreur; faute; faux pas; imperfection; lapsus; manque; méprise; panne
giller	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement
misgreep	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise
misslag	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	bévue; contrecoup; coup manqué; coup raté; déception; désillusion; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise; tuile
ontsteldheid	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; perplexité; trouble; ébahissement; égarement
perplexheid	ahurissement; égarement
uitzinnigheid	abrutissement; folie; égarement	folie; frénésie
verbijstering	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; perplexité; trouble; ébahissement; égarement	effroi; frayeur; peur; terreur
verbouwereerdheid	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; perplexité; trouble; ébahissement; égarement
verdwaasdheid	abrutissement; ahurissement; folie; égarement
verdwazing	abrutissement; folie; égarement
vergissing	bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; lapsus; méprise; égarement	bévue; coup manqué; coup raté; erreur; faute; faux pas; lapsus; méprise
verwardheid	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; égarement
verwarring	affolement; ahurissement; confusion; déconcertation; embrouillement; égarement	agitation; commotion; sensation; tumulte; émoi
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afdwalen		faire des digressions; s'étendre
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
abuis		abusif; erroné; incorrect
fout		erroné; fausse; faux; fripon; incorrect; incorrecte; inexact; malicieux; polisson; raté; à côté

Synoniemen voor "égarement":

affolement; frayeur; effroi; inquiétude; peur; panique; terreur; désarroi; folie; déraison; aveuglement; cécité; inconscience; obstination; passion; partialité; illusion; dévergondage; libertinage; immoralité; licence; vice; perversion; impudicité; dépravation; débauche; débordement; exubérance; divagation; errance; aventure; instabilité; flânerie; nomadisme; pérégrination; promenade; randonnée; vagabondage; voyage; erreur; méprise; fourvoiement; errements; fausseté; faute; lapsus; étourderie; gaffe; inadvertance; coquille; bévue; trouble; déséquilibre; aliénation; démence; délire; névrose; psychose; phobie; manie; dérangement; fureur; colère; furie; rage; frénésie; acharnement; transport; violence; hallucination; apparition; phantasme; vision; berlue; rêve; cauchemar; bizarrerie; réalité; altération; dérèglement; déviation

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: égarement

Uitgebreide vertaling voor égarement (Frans) in het Nederlands

égarement:

égarement [le ~] zelfstandig naamwoord

l'égarement (erreur; faute; gaffe; méprise; défaut; lapsus; errance; bévue; coup manqué)

l'égarement (aberration; digression; écart)

l'égarement (confusion; embrouillement; affolement; ahurissement; déconcertation)

l'égarement (bévue; faute; gaffe; méprise; coup manqué; erreur; défaut; errance; lapsus)

l'égarement (ahurissement)

l'égarement (perplexité; confusion; affolement; trouble; ahurissement; embrouillement; ébahissement; déconcertation)

l'égarement (folie; abrutissement)

Vertaal Matrix voor égarement:

Synoniemen voor "égarement":