Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: signe

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: signe

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. signe:
  2. signer:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor signe (Frans) in het Nederlands

signe:

signe [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le signe (constellation)
    het gesternte; het sterrenbeeld
  2. le signe (marque; preuve; témoignage)
    het bewijs; het teken; het blijk
    • bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • blijk [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le signe (coin; suggestion; tuyau; )
    de aanwijzing; de tip; de vingerwijzing; vingerwenk; de wenk
    • aanwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vingerwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vingerwenk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. le signe (marque; signe distinctif; symptôme; signe d'identification)
    het kenmerk; het kenteken; het etiket; iemand kenmerken
  5. le signe (caractère; lettre; signe graphique)
    het karakter; het letterteken; de letter
  6. le signe (clin d'oeil)
    de knipoog; het seintje; de oogwenk
    • knipoog [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • seintje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • oogwenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. le signe (marque; signe de ralliement; signe distinctif; )
    het kenteken; de nummerplaat
  8. le signe (signal; marque; indice; avertissement; geste)
    het teken; het signaal
    • teken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • signaal [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. le signe (geste; marque; indice; avertissement; signal)
    het gebaar; de geste
    • gebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geste [de ~] zelfstandig naamwoord
  10. le signe (signal; avertissement; avis; indice; signe de tête)
    het sein; het teken; de wenk
    • sein [het ~] zelfstandig naamwoord
    • teken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • wenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  11. le signe (signe de ralliement; marque; signe d'identification)
    het herkenningsteken
  12. le signe (trait de caractère; caractéristique; trait; )
    de karakteristiek; de eigenschap; het kenmerk; het stigma; de karaktertrek
  13. le signe (décoration; distinction; ornement; )
    de onderscheiding; de ridderorde; het ereteken; de decoratie; het onderscheidingsteken

Vertaal Matrix voor signe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwijzing bout; coin; signe; signe de tête; signe du doigt; suggestion; trace; tuyau; éclaircissement aide; appui; assignation; augure; avant-courrier; commandement; consigne; contrainte; directive; impératif; indication; indice; indices; instruction; manifestation; mission; ordre; point de contact; point de départ; point de repère; présage; règlement; secours; signe avant-coureur; signe précurseur; sommation; soutien; statut; statuts; support; symptôme; tuyau
bewijs marque; preuve; signe; témoignage argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièce à conviction; pièces à conviction; preuve; reçu
blijk marque; preuve; signe; témoignage
decoratie distinction; décor; décoration; embellissement; emblème; marque; marque distinctive; ordre de chevalerie; ornement; ornementation; signe; symbole ameublement; aménagement; décor; décoration; meubles; mobilier; médaille; ornement; ornementation; parure
eigenschap analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif attribut; caractère; caractérisation; caractéristique; indice; marque; particularité; propriété; qualité; signe d'identification; signe distinctif; singularité; trait; trait distinctif
ereteken distinction; décor; décoration; embellissement; emblème; marque; marque distinctive; ordre de chevalerie; ornement; ornementation; signe; symbole
etiket marque; signe; signe d'identification; signe distinctif; symptôme autocollant; étiquette
gebaar avertissement; geste; indice; marque; signal; signe exercice physique; geste; gymnastique; mouvement
geste avertissement; geste; indice; marque; signal; signe
gesternte constellation; signe
herkenningsteken marque; signe; signe d'identification; signe de ralliement
iemand kenmerken marque; signe; signe d'identification; signe distinctif; symptôme
karakter caractère; lettre; signe; signe graphique buste; caractère; nature; personnalité; poitrine; tempérament; âme
karakteristiek analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif caractère; caractérisation; caractéristique; indice; marque; particularité; propriété; qualité; singularité; trait; trait distinctif
karaktertrek analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif caractère; caractéristique; marque distinctive; nature; personnalité; qualité; signe distinctif; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif
kenmerk analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; signe d'identification; signe distinctif; singularité; symbole; symptôme; trait; trait de caractère; trait distinctif attribut; caractère; caractérisation; caractéristique; indice; marque; marque distinctive; nature; particularité; personnalité; propriété; qualité; signe d'identification; signe distinctif; singularité; tempérament; trait; trait caractériel; trait de caractère; trait distinctif
kenteken marque; signe; signe d'identification; signe de ralliement; signe distinctif; symptôme; trait distinctif distinction; insigne
knipoog clin d'oeil; signe
letter caractère; lettre; signe; signe graphique
letterteken caractère; lettre; signe; signe graphique
nummerplaat marque; signe; signe d'identification; signe de ralliement; signe distinctif; symptôme; trait distinctif
onderscheiding distinction; décor; décoration; embellissement; emblème; marque; marque distinctive; ordre de chevalerie; ornement; ornementation; signe; symbole distinction; division
onderscheidingsteken distinction; décor; décoration; embellissement; emblème; marque; marque distinctive; ordre de chevalerie; ornement; ornementation; signe; symbole distinction; décoration; insigne; marque distinctive; médaille
oogwenk clin d'oeil; signe instant; moment; seconde
ridderorde distinction; décor; décoration; embellissement; emblème; marque; marque distinctive; ordre de chevalerie; ornement; ornementation; signe; symbole
sein avertissement; avis; indice; signal; signe; signe de tête
seintje clin d'oeil; signe
signaal avertissement; geste; indice; marque; signal; signe
sterrenbeeld constellation; signe
stigma analyse; cachet; caractéristique; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif stigmate
teken avertissement; avis; geste; indice; marque; preuve; signal; signe; signe de tête; témoignage augure; décoration; indication; manifestation; marque distinctive; médaille; présage; signe précurseur; symptôme
tip bout; coin; signe; signe de tête; signe du doigt; suggestion; trace; tuyau; éclaircissement conseil
vingerwenk bout; coin; signe; signe de tête; signe du doigt; suggestion; trace; tuyau; éclaircissement
vingerwijzing bout; coin; signe; signe de tête; signe du doigt; suggestion; trace; tuyau; éclaircissement
wenk avertissement; avis; bout; coin; indice; signal; signe; signe de tête; signe du doigt; suggestion; trace; tuyau; éclaircissement
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
karakteristiek caractéristique; descriptif; distinctif; particulier; propre; représentatif; spécifique; typique; typiquement
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
teken caractère

Synoniemen voor "signe":


Wiktionary: signe

Cross Translation:
FromToVia
• signe → markering; aanduiding; teken ↔ mark — indication for reference or measurement
• signe → teken ↔ sign — visible indication
• signe → bord; markering ↔ sign — flat object bearing a message
• signe → teken ↔ sign — meaningful gesture
• signe → teken ↔ sign — positive or negative polarity
• signe → gebaar; teken ↔ sign — linguistic unit in sign language
• signe → voorteken; teken ↔ sign — omen
• signe → teken ↔ Zeichen — die für etwas vereinbarte festgelegte grafische, akustische oder digitale Einheit, Symbol
• signe → sein ↔ Zeichen — Gebärde, Geste oder Laut, um auf etwas aufmerksam zu machen oder hinzuweisen
• signe → teken ↔ Zeichen — eine Andeutung, ein Vorzeichen für etwas Kommendes

signe vorm van signer:

signer werkwoord (signe, signes, signons, signez, )

  1. signer
    ondertekenen; tekenen; signeren
    • ondertekenen werkwoord (onderteken, ondertekent, ondertekende, ondertekenden, ondertekend)
    • tekenen werkwoord (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)
    • signeren werkwoord (signeer, signeert, signeerde, signeerden, gesigneerd)
  2. signer
    ondertekenen
    • ondertekenen werkwoord (onderteken, ondertekent, ondertekende, ondertekenden, ondertekend)
  3. signer (signer un contrat avec; contracter)
    vastleggen; contracteren
    • vastleggen werkwoord (leg vast, legt vast, legde vast, legden vast, vastgelegd)
    • contracteren werkwoord (contracteer, contracteert, contracteerde, contracteerden, gecontracteerd)
  4. signer (parapher; circonscrire)
    paraferen
    • paraferen werkwoord (parafeer, parafeert, parafeerde, parafeerden, geparafeerd)

Conjugations for signer:

Présent
  1. signe
  2. signes
  3. signe
  4. signons
  5. signez
  6. signent
imparfait
  1. signais
  2. signais
  3. signait
  4. signions
  5. signiez
  6. signaient
passé simple
  1. signai
  2. signas
  3. signa
  4. signâmes
  5. signâtes
  6. signèrent
futur simple
  1. signerai
  2. signeras
  3. signera
  4. signerons
  5. signerez
  6. signeront
subjonctif présent
  1. que je signe
  2. que tu signes
  3. qu'il signe
  4. que nous signions
  5. que vous signiez
  6. qu'ils signent
conditionnel présent
  1. signerais
  2. signerais
  3. signerait
  4. signerions
  5. signeriez
  6. signeraient
passé composé
  1. ai signé
  2. as signé
  3. a signé
  4. avons signé
  5. avez signé
  6. ont signé
divers
  1. signe!
  2. signez!
  3. signons!
  5. signé
  6. signant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor signer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paraferen le fait de parafer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contracteren contracter; signer; signer un contrat avec contracter; crisper; froncer; resserrer; se contracter
ondertekenen signer
paraferen circonscrire; parapher; signer
signeren signer
tekenen signer calquer; caractériser; dessiner; dépeindre; faire le portrait de; peindre; représenter; tracer; typer
vastleggen contracter; signer; signer un contrat avec aborder; accoster; amarrer; annoter; attacher; consigner; déposer de l'argent; effectuer des réservations; enchaîner; enregister; ficeler; fixer; indexer; inscrire; lier; mettre; mettre à l'attache; noter; register

Synoniemen voor "signer":


Wiktionary: signer

signer
verb
  1. À trier
Cross Translation:
FromToVia
• signer → ondertekenen ↔ sign — to write one's signature on a document
• signer → onderschrijven ↔ signieren — etwas unterzeichnen
• signer → tekenen; ondertekenen; inschrijven; intekenen; plaatsen ↔ zeichnen — (transitiv) unterzeichnen

Verwante vertalingen van signe







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1428 seconde
Page rendered in 1.0 seconds