Gomme: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

gomme:
- gom; rubber
gommer:
- wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
gommé:
- gelijmd; gegomd
Wiktionary:
- gomme → gum, stuf, vlakgom, gom, gummi
- gomme → gum, gom, rubber
- gommer → uitschakelen, opruimen, verwijderen, uit de weg ruimen

Frans

Uitgebreide vertaling voor gomme (Frans) in het Nederlands

gomme:

gomme [la ~] zelfstandig naamwoord

la gomme
de gom
- gom [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la gomme (caoutchouc)
de rubber
- rubber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gomme:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gom	gomme
rubber	caoutchouc; gomme

Synoniemen voor "gomme":

caoutchouc; vitesse; colle; latex; résine; laque; baume; vernis

Wiktionary: gomme

gomme

noun

Ustensile pour effacer
- gomme → gum
Traduction à trier
- gomme → stuf; vlakgom; gom; gummi

gomme

noun

een gum
- gom → gomme
een kleverige vloeistof die wordt gemaakt van het sap van bomen
- gom → gomme
een object waarmee potlood weer weggehaald kan worden
- gum → gomme
stuk rubber dat door wrijven grafiet (potloodschrift) van papier kan verwijderen
- vlakgom → gomme

Cross Translation:

From	To	Via
• gomme	→ gum; gom	↔ eraser — thing used to erase something written or drawn
• gomme	→ gum	↔ rubber — eraser
• gomme	→ rubber	↔ Gummi — Kautschukprodukt, Material für weitere Endprodukte

gomme vorm van gommer:

gommer werkwoord (gomme, gommes, gommons, gommez, gomment, gommais, gommait, gommions, gommiez, gommaient, gommai, gommas, gomma, gommâmes, gommâtes, gommèrent, gommerai, gommeras, gommera, gommerons, gommerez, gommeront)

gommer (effacer; enlever; essuyer; entraîner; aplatir; aplanir; faire disparaître; balayer; torcher)
wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
- wissen werkwoord (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
- uitwissen werkwoord (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
- wegvegen werkwoord (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
- uitvegen werkwoord (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
- vlakken werkwoord (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
- uitgommen werkwoord (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
- uitvlakken werkwoord (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)

Conjugations for gommer:

Présent

gomme
gommes
gomme
gommons
gommez
gomment

imparfait

gommais
gommais
gommait
gommions
gommiez
gommaient

passé simple

gommai
gommas
gomma
gommâmes
gommâtes
gommèrent

futur simple

gommerai
gommeras
gommera
gommerons
gommerez
gommeront

subjonctif présent

que je gomme
que tu gommes
qu'il gomme
que nous gommions
que vous gommiez
qu'ils gomment

conditionnel présent

gommerais
gommerais
gommerait
gommerions
gommeriez
gommeraient

passé composé

ai gommé
as gommé
a gommé
avons gommé
avez gommé
ont gommé

divers

gomme!
gommez!
gommons!
gommé
gommant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor gommer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uitgommen	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvegen	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitvlakken	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
uitwissen	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
vlakken	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher
wegvegen	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher	balayer; effacer
wissen	aplanir; aplatir; balayer; effacer; enlever; entraîner; essuyer; faire disparaître; gommer; torcher	effacer

Synoniemen voor "gommer":

effacer; ôter; gratter; recouvrir; enlever; estomper; raturer; rayer; biffer; barrer; annuler; supprimer; radier; coller; Afrique

Wiktionary: gommer

Cross Translation:

From	To	Via
• gommer	→ uitschakelen; opruimen; verwijderen; uit de weg ruimen	↔ beseitigen — etwas beiseite schaffen; etwas entfernen

gommé:

gommé bijvoeglijk naamwoord

gommé (collé)
gelijmd; gegomd
- gelijmd bijvoeglijk naamwoord
- gegomd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gommé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gegomd	collé; gommé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gelijmd	collé; gommé

Verwante vertalingen van gomme

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: gomme

Uitgebreide vertaling voor gomme (Frans) in het Nederlands

gomme:

gomme [la ~] zelfstandig naamwoord

la gomme

la gomme (caoutchouc)

Vertaal Matrix voor gomme:

Synoniemen voor "gomme":

Wiktionary: gomme

gomme vorm van gommer:

gommer werkwoord (gomme, gommes, gommons, gommez, gomment, gommais, gommait, gommions, gommiez, gommaient, gommai, gommas, gomma, gommâmes, gommâtes, gommèrent, gommerai, gommeras, gommera, gommerons, gommerez, gommeront)

gommer (effacer; enlever; essuyer; entraîner; aplatir; aplanir; faire disparaître; balayer; torcher)

Conjugations for gommer:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor gommer:

Synoniemen voor "gommer":

Wiktionary: gommer

gommé:

gommé bijvoeglijk naamwoord

gommé (collé)

Vertaal Matrix voor gommé:

Verwante vertalingen van gomme